te brengen, in de door haar geëxploiteerd wordende bioscoop theaters ,,Het City Theater" aan den Westsingel Nos. 7a en b. het „Rembrandt Theater" aan de Langestraat No. 127 én het „Grand Theater" aan de Snouckaertlaan No. 4 alle te Amersfoort, muziekwerken in het openbaar worden uitgevoerd, die behooren tot het bovenomschreven repertoire van appel lante, omvattende muziekwerken, haar ten aanzien van de ver tooning van geluidsfilms ter verdediging en exploitatie in Nederland toevertrouwd, en waarvoor dus toestemming van appellante noodig is; 3e. geïntimeerde te veroordeelen om voor iedere voorstelling, waarin het sub 2e genoemde rechterlijke bevel wordt over treden, aan appellante te betalen een dwangsom van 10.000.—; een en ander met veroordeeling van geïntimeerde in de kosten van dit geding; Geïntimeerde, ook te noemen Jogchems, heeft bij haar antwoord, na in de eerste plaats de niet-ontvankelijkheid der vordering te hebben betoogd, omdat de middelen van eisch te vaag zijn ten aanzien van de wijze waarop het gepretendeerde muziekauteurs- recht aan appellante ter verdediging en exploitatie in Nederland is toevertrouwd, aangevoerd dat ook overigens de gestelde feiten on voldoende zijn om den eisch te dragen op grond van de navolgende uiteenzettingen: dat een bioscoop-exploitante, zooals de geïntimeerde, volkomen gerechtigd is om een geluidsfilm in het openbaar te vertoonen waardoor tegelijkertijd de muziek in die geluidsfilm automatisch ten gehoore wordt gebracht, omdat het beeld en de muziek onaf scheidelijk van elkander fotografisch op den filmband van een geluidsfilm zijn vastgelegd zonder daarvoor de toestemming te behoeven van den componist of van hen, die van den componist het auteursrecht op de muziek in die film hebben verkregen, b.v.: wanneer die bioscoop-exploitant een afgeleid recht heeft van den maker van die geluidsfilm (den z.g. producer) en die producer een eigen recht heeft om zonder toestemming van den componist of diens rechtverkrijgende(n) die geluidsfilm in het openbaar te vertoonen, zulks hetzij ingevolge de wet van het land, waar die film wordt vertoond, hetzij ingevolge toestemming van den betref- fenden componist, wanneer die componist ingevolge de wet van het land, waar die film wordt vertoond, geen muziekauteursrecht kan doen gelden bij vertooning in het openbaar van die film, enz.; dat hieronder zal worden uiteengezet, welke dezer voorbeelden in casu werkelijkheid zijn; 122

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 121