BIJLAGE D NIEUW ACCOORD IN ZAKE ZUIDELIJKE NAKEURING TEGEN HET EINDE VAN 1939 ZIJN HET HOOFDBESTUUR VAN DEN NE- DERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND EN DE VEREENIGING VAN NOORD- BRABANTSCHE EN LIMBURGSCHE GEMEENTEN VOOR GEMEENSCHAP PELIJKE FILMKEURING TER VER VANGING VAN HET ACCOORD VAN 1929 EEN NIEUWE OVEREENKOMST AANGEGAAN IN ZAKE DE NAKEU RING VAN FILMS, GELDEND VOOR DE BIOSCOPEN, GEVESTIGD IN DE 37 BIJ DE ZUIDELIJKE VEREENIGING AANGESLOTEN GEMEENTEN. DE TEKST DEZER OVEREENKOMST LUIDT ALS VOLGT: I. Er wordt ingesteld een Comité, bestaande uit 5 leden, te weten: 1. twee vertegenwoordigers van de Katholieke Film Centrale; 2. een vertegenwoordiger van de Katholieke Film Actie; 3. een vertegenwoordiger van de „Vereeniging van Noord-Brabant- sche en Limburgsche Gemeenten voor Gemeenschappelijke Film keuring", en 4. een vertegenwoordiger van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Uit zijn midden kiest het Comité een Voorzitter en een gede legeerde. Bij voorkeur zal tot gedelegeerde benoemd worden een der sub 1 van de vorige alinea genoemde vertegenwoordigers. De gede legeerde krijgt bijzondere volmachten. De taak van het Comité is, behalve het opstellen van een voor dracht tot benoeming van leden der Algemeene Keuringscommissie. 136

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 135