verzending der films voor rekening van het lichaam, dat door den
aanvrager in het Comité vertegenwoordigd wordt.
Ook bij herkeuring in een gemeente in Noord-Brabant of Lim
burg komen de kosten voor het gebruik der showroom niet voor
rekening van den filmverhuurder, die de film ter herkeuring heeft
aangeboden. De K.F.A. zal dienomtrent met de daarvoor in aan
merking komende bioscoopdirecties een regeling treffen.
XI. Overgangsbepaling
Voor alle A- en B-films, die vóór het in werking treden van het
nieuwe Nakeuringsorgaan der K.F.A.jjK.F.C. door de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring in de respectieve leeftijdsklas
sen zijn toegelaten, blijven, althans voor zoover deze films door de
Katholieke Filmcentrale niet ontoelaatbaar verklaard zijn, de keu
ringsuitslagen der Centrale Commissie ook gelden voor de bioscopen,
welke onder het toezicht van de K.F.C, staan.
De nakeuringsnormen der K.F.C.
De algemeene norm voor de ethische beoordeeling van films
door de K.F.C, luidt als volgt:
Als ethisch ontoelaatbaar moeten beschouwd worden: films, wier
vertooning gevaar oplevert voor het godsdienstig, zedelijk of maat
schappelijk leven van de katholieke toeschouwers en (of) den gods
dienst, de zedelijkheid of maatschappij kan schaden.
Nadere uitwerking en toelichting van dezen norm:
Ontoelaatbaar-verklaring van films kan plaats hebben op grond
van:
a. de strekking van de film: strijd met de katholieke geloofs- en
zedenleer, vergoelijking en (of) lichtzinnige voorstelling van de
zonde.
Blijkt uit het verloop van de film, dat het voorgestelde kwaad
wordt afgekeurd, b.v. doordat slechte gevolgen van het kwaad
worden aangetoond, dan zal de film niet op grond van de strek
king ontoelaatbaar verklaard worden.
Wanneer de strekking van een film niet noopt tot ontoelaat
baarverklaring kan wegens eenige précaire scènes een film als
CII, wegens meerdere zoodanige scènes een film ontoelaatbaar
verklaard worden, wanneer zij de strekking van de film ongun
stig beinvloeden,
b. den inhoud van de film: wegens bepaalde aanstootelijke scènes,
teksten of sfeer.
De sub a. en b. genoemde motieven kunnen zoowel gezamenlijk
als ieder afzonderlijk aanleiding zijn om een film ontoelaatbaar te
verklaren.
140