bij dit jaarverslag, waarin vele zeer interessante gegevens betref fende ons bedrijf zijn te vinden. Wij willen dit onderwerp niet beëindigen zonder een warm woord van dank te richten aan de ambtenaren van de afd. Statistiek der gemeente Rotterdam, die ons altijd met de meeste bereidwilligheid ten dienste staan en ons steeds zoo vroegtijdig in het bezit stellen van de voor ons zoo van groot belang zijnde cijfers. In 1939 traden periodiek af de bestuursleden R. Uges Jr. en C. van Willigen. Beide heeren werden in hun functies herkozen, zoodat het bestuur in 1939 als volgt was samengesteld: Voorzitter: de heer A. de Jong. Vice Voorzitter: de heer H. Gerschtanowitz. Penningmeester: de heer P. Vermeer. Secretaris: de heer R. Uges Jr. Bestuurslid: de heer C. v. Willigen Jr. De vertegenwoordiging in de verschillende Colleges vond als volgt plaats: Ledenraad: R. Uges Jr. Afdeelingsraad: A. de Jong en R. Uges Jr. Prijzen-Commissie: H. Gerschtanowitz en R. Uges Jr. Commissie van Geschillen: C. v. Willigen Jr. en R. Uges Jr. Bio Vacantieoord: A. de Jong. Het aantal leden vermeerderde met 2 en steeg tot 20, doordat een theater te Hoek van Holland werd gevestigd: ,,De Harmonie Bioscoop", en door de weder-ingebruikneming van het oude Roxy Theater aan de West Kruiskade, thans onder den naam Arena Thea ter door de NV. Orero, onder leiding van den Heer A. de Jong. Verder valt nog te memoreeren, dat het Lumière Theater aan den Coolsingel geheel werd verbouwd en met ongeveer 500 plaatsen werd vergroot. Hierdoor werd het aantal zitplaatsen der Rotterdamsche bio scopen met 1600 plaatsen uitgebreid. Het totaal aantal zitplaatsen der Rotterdamsche bioscopen steeg hierdoor tot 16.661. De samenwerking tusschen de Plaatselijke Commissie van Toe zicht op de uitvoering der Bioscoopwet, de autoriteiten voor de plaatselijke voorschriften der openbare veiligheid en de leden der afdeeling stemde tot aller tevredenheid. 162

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 159