De overtredingen der Bioscoopwet, in 1938 geconstateerd, von den in 1939 niet meer plaats. In een der overtredingen, waarvoor het lid geen schikking heeft willen treffen, werd reeds in 193S door den kantonrechter gunstig beslist; ons lid werd van rechts vervolging ontslagen. Het O.M. ging echter in beroep, welk beroep in 1939 diende. Ook de rechtbank wees ontslag van rechtsvervolging toe. Het O.M., in cassatie gaande, wist uiteindelijk een beslissing te for- ceeren, waarbij werd vastgesteld, dat wanneer men in een film coupures aanbrengt, tegelijkertijd de samenstelling van de film verandert. Hiermede was dus uitgemaakt, dat het verboden is coupures in reeds gekeurde films aan te brengen. De Ledenraad vergaderde in 1939 éénmaal. In zijn vergadering werd besloten tot aanneming van het concept Algemeen Bedrijfs- reglement en de Lijst van Geen Bezwaar. Aan haar oordeel werden verder onderworpen eenige beroeps zaken, die alle ten gunste van de beslissing van het Hoofdbestuur werden verworpen. Het is het Bestuur niet mogen gelukken om de onderhandelingen, die reeds in 1938 waren aangevangen met den directeur van het G.E.B., tot een goed einde te brengen, zoodat het collectief con tract, dat eenige jaren heeft bestaan, kwam te vervallen en de leden weder individueel contracten hebben moeten afsluiten. Aan de collectes ten bate van het Bio-Vacantieoord werd door alle leden wederom actief medegewerkt. De Kerstcollecte werd wel in het bijzonder een groot succes, hetgeen zeker voor een groot deel te danken is aan het feit, dat dezen keer de collecte werd gehouden in samenwerking met het Algemeen Steun Comité 1939. De beide collectes brachten op in 1938 ƒ9.592.03 en in 1939 ƒ14.096.12. De Afdeelingsraad heeft ook wederom in 1939 zeer actief werk verricht. Vooral in de voorbereiding van het Algemeen Bedrijfs- reglement en de Lijst van Geen Bezwaar bleek de taak van dit College ten zeerste te voldoen, daar deze Raad als centraal orgaan 163

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 160