schriftelijke toestemming van het Hoofdbestuur vereischt is, welke toestemming zou worden verleend, mits voldaan zou worden aan be paalde voorwaarden als in artikel 9 van dit reglement omschreven. Dit tweedeconcept.dat eenvoudig geredigeerd was en overzichtelijk ingedeeld, bevatte definities van de verschillende soorten zaken, die tot het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf behooren, defi nities, die gebaseerd waren op den bestaanden toestand en waarbij steeds de bepaling terugkomt, dat de zaken regelmatig in bedrijf moeten zijn. Ook de filmfabrieken zijn in dit concept in bedrijfs takken gesplitst evenals de filmverhuurkantoren, terwijl de om schrijving van het begrip filmproductiezaak" een belangrijke ver betering onderging. In de definities van permanente en reizende bioscopen kwam weinig verandering, alleen onderging die van de laatste categorie eenige verruiming. Een nieuw element werd neergelegd in artikel 4, hoofdstuk II van het concept, door daarin te bepalen, dat moet worden aan gelegd en bijgehouden een Bedrijfsregister, waarin wordt aangetee- kend, welke bedrijven, respectievelijk wanneer een bedrijf wordt onderscheiden in afzonderlijke bedrijfstakken, welke bedrijfstakken (alles in den zin van hoofdstuk I, waarin de bedrijven omschreven worden) door elk der leden worden geëxploiteerd en wie de indivi dueel gerechtigden zijn tot die exploitaties. Het Hoofdbestuur achtte zulk een registratie namelijk ter beveiliging van de rechtspositie van de leden individueel gewenscht, mede ook om meeningsver- schillen, welke zich dienaangaande vroeger hadden voorgedaan, te vermijden. De mogelijkheid tot beroep van de diverse beslissingen van het Hoofdbestuur op den Ledenraad is in het reglement tevens uitvoerig geregeld. Tegelijkertijd diende het Hoofdbestuur een concept-Bedrij f sreg- lement op de Lijst van Geen Bezwaar in, welk concept niet alleen in de mogelijkheid voorzag tot het leveren van films aan niet-leden, maar ook in het betrekken van, en het vervaardigen van films vóór niet-leden (zgn. bedrijfsfilms). Aan het reglement werd een dis pensatiebepaling toegevoegd, volgens welke het Hoofdbestuur in zeer bijzondere gevallen op gemotiveerd schriftelijk verzoek van een lid dispensatie kan verleenen. Dit Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar was een noodzakelijke aanvulling van het Algemeen Bedrijfsreglement; het vormt daarmede één onafscheidelijk geheel. Met dit reglement in handen wordt onder controle van het Hoofd bestuur in speciale gevallen voor de film de weg naar niet-leden opengehouden. 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 16