Afdeeling „Het Centrum"
JAARVERSLAG OVER 1939
De afdeeling heeft een lid moeten verliezen. Na een langdurige
ziekte werd onze collega F. A. van Opbergen Sr. ons door
den dood ontnomen. Het is niet geweest een heengaan zonder
meer, want het was van Opbergen, die eigenlijk, hoe rustig hij
oogenschijnlijk zijn werk deed, aan vele collega's en aan zijn
bestuur aanwijzingen heeft gegeven, waar veranderingen moesten
komen, die noodig waren in het belang van een goed functionnee-
ren der afdeelingshuishouding.
Door die aanwijzingen hebben eenige leden een richting kunnen
vinden, waarin de ideeën van van Opbergen werden verwerkt.
Een goed bezit moet het zijn geweest voor onzen overleden
collega, te hebben geweten, dat zijn werk zakelijk kon worden
overgenomen door zijn kinderen en geestelijk door zijn bestuur.
Hij ruste in Vrede.
Aan alle kanten kan men zeggen, dat het jaar 1939 voor de
afdeeling is geweest een jaar van hard aanpakken. Veel vreugde
en helaas ook veel teleurstellingen ondervond men.
Voor de afdeeling was 1939 een jaar van goeden, sterken,
inwendigen vooruitgang. Inwendig werd gewerkt aan den solieden
opbouw. Dit is op zich zelf niet te verwonderen, omdat voldoende
krachten aanwezig zijn. De kunst is maar om te weten hoe deze te
ontplooien.
Collega's in onze afdeeling hebben nog veel te weinig het besef,
dat zij een bestuur hebben, dat bereid is voor hen te werken en in
de bres te staan. De enkelen, die aanvankelijk schoorvoetend om
raad vroegen zijn, nadat zij ervoeren wat hun bestuur voor hen
kon doen, vrienden geworden van hun afdeeling. Ook zijn aan
collega's ongevraagd door het bestuur adviezen gegeven over hun
theaters, om deze meer aan te passen aan de eischen van den tijd.
Adviezen werden gegeven, gevraagd en ongevraagd, inzake pro
gramma's, prijzen en anderszins. Steeds toonden onze collega's
179
