maanden, zij het nog onvoldoende, maar toch veel en veel beter
worden bezocht dan voorheen.
Met dit vooruitzicht kan het niet anders, of met frisschen moed
gaan Bestuur en Leden 1940 tegemoet.
Moge dit vooruitzicht niet worden beschaamd, tot groei van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond in het algemeen en de Afdeeling
„Het Westen" in het bijzonder.
J. VAN BENTUM,
Katwijk aan Zee, 15 Maart 1940. Secretaris.
186