Wij hopen er in een volgend verslag meer van te kunnen zeggen. De Raad van de gemeente Venray, waar vroeger eveneens een jeugdverbod bestond, gaf ook dit jaar, zooals de laatste jaren gebruikelijk is geworden, aan B. en W. de bevoegdheid het ter plaatse bestaand jeugdverbod voor een jaar buiten werking te stellen. De gemeente Utrecht loopt door de veranderde houding van de gemeentelijke autoriteiten in het Zuiden de kans binnenkort de weinig benijdenswaardige reputatie te genieten, dat zij de eenige gemeente in ons land is, waar kinderen beneden 14 jaar, behoudens dispensatie van B. en W., niet de bioscoop mogen bezoeken. Dit jeugdverbod is daar nog immer van kracht erf de conferenties, welke hierover door het Bestuur met den Burgemeester, zoowel als met vertegenwoordigers van den Raad tegen het einde van het jaar zijn gevoerd, hebben helaas niet tot een oplossing mogen leiden. In verband met de gemeentelijke maatregelen is voor Utrecht nog altijd het Bondsbesfuit van kracht, volgens hetwelk het den leden verboden is te Utrecht bioscoopvoorstellingen, hetzij in het openbaar, hetzij in besloten kring, te arrangeeren, welke door kinderen zouden mogen worden bijgewoond. BELASTINGEN Onverminderd zwaar drukte in 1939 het complex van fiscale lasten op ons bedrijf. Maar al te zeer bleek ook de ongerustheid gerechtvaardigd, welke zich van ons bedrijf had meester gemaakt bij de behandeling van de Rijks-begrooting 19381939. Toen reeds viel uit de mede- deelingen van den toenmaligen Minister van Financiën op te maken, dat de voorgenomen wijziging van de Wet op de Perso- neele Belasting, welke voor bepaalde categorieën van bedrijven vrij stelling inhield, voor het bioscoopbedrijf een uitzondering maakte. Hoe onbillijk en hoe onwaarschijnlijk ons deze houding ook voor kwam en hoe vurig wij ook hoopten, dat ondanks de houding van den Minister, die onverstoorbaar al onze pogingen had afge slagen om met hem in contact te komen, ten einde hem te over tuigen van de penibele positie, waarin ons bedrijf als gevolg van den lastendruk was geraakt het bioscoopbedrijf alsnog onder de voorgenomen vrijstelling zou vallen; het noodlot was ten eenen male onafwendbaar. 43

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 43