De gemeente Reuver was een witte raaf in de wereld der ver-
makelijkheidsbelasting heffende gemeenten. De raad dezer gemeente
besloot namelijk de vermakelijkheidsbelasting te verlagen van 20
op 15%.
In de gemeente Zundert kon het dreigend gevaar eener verdub
beling van de vermakelijkheidsbelasting, namelijk van 10 tot 20
worden gekeerd. Deze gemeente verkeert evenals zoovele in de
onfortuinlijke omstandigheid, dat zij haar begrooting slechts sluitend
kan maken met een extra bijdrage uit het Werkloosheids-subsidie-
fonds, en zooals te doen gebruikelijk stellen Gedeputeerde Staten
na raadpleging van de daartoe door de Regeering ingestelde Com
missie van Overleg zulk een extra bijdrage afhankelijk van de ver
vulling vanbepaalde voorwaarden. Voor de gemeente Zundert kwam
deze voorwaarde hierop neer, dat de vermakelijkheidsbelasting van
10 tot 20;% moest worden verhoogd. De Burgemeester verklaarde
echter in den raad, dat het grootste deel dezer belasting van de
eenige bioscoop in de gemeente komt, welke slechts gedurende den
winter, en dan nog maar twee avonden per week, in exploitatie
is. Bij een totstandkoming van de verhooging zou de bioscoop
worden gesloten, hetgeen een verdwijning van de tot heden ont
vangen inkomsten tot gevolg zou hebben. Daarom stelde de Burge
meester voor de belasting niet te verhoogen, aangezien deze ver
hooging niet zou beantwoorden aan het doel, dat Gedeputeerden
hadden beoogd.
Ook het Hoofdbestuur heeft ter zake langs telegrafischen weg
aandrang uitgeoefend om verhooging te voorkomen. De raad ken
zich met de opvatting van Burgemeester en Wethouders vereenigen
en besloot de belasting niet te verhoogen.
In de gemeente Middelburg heeft men besloten vrijstelling van
vermakelijkheidsbelasting te verleenen voor vermakelijkheden, ge
organiseerd en toegankelijk gesteld uitsluitend voor militairen, die
onder de wapenen zijn geroepen als gevolg van buitengewone om
standigheden.
Het keuringsrecht
Het was aan het Hoofdbestuur gebleken, dat de opbrengst voor
de rechten van de keuring van films, als bedoeld in artikel 15,
lid 3 der Bioscoopwet, een niet onbelangrijk overschot aanwees,
49
