buitenlandsche journaals in verband met den internationalen toe stand steeds in het oog zou houden, om eventueel, indien het noo- dig mocht zijn, de vereischte beslissingen te kunnen nemen. Een en ander beteekende dus, dat de eerste beslissing van de Huishoudelijke Commissie, welke alom zooveel ontstemming had verwekt, buiten werking was gesteld. Het Hoofdbestuur had intusschen aan de Huishoudelijke Commissie waarborgen aange boden in dezen zin, dat zou worden toegezien, dat journaalfilms, als vorenbedoeld, tijdens den duur van den oorlog uitsluitend door Nederlanders zouden worden samengesteld, dat wil zeggen, dat zoowel de beeldcompositie als de gesproken commentaren en de be titeling uitsluitend in ons land zouden worden verzorgd. Voorts heeft het Hoofdbestuur aangeboden een commissie van Bondswege te vormen, welke de ter keuring aan te bieden journaals van tevoren zal doorzien en wel met het recht, om, met het oog op de nakoming van de te verstrekken waarborgen, alle door haar noodig geachte wijzigingen door de distributeurs te doen aanbrengen, zoomede alle noodig geachte coupures te gelasten. Het Hoofdbestuur heeft ter zake nog een bespreking gehad met de leveranciers van buitenlandsche journaals. Deze hebben zich bereid verklaard de beslissingen der Commissie te honoreeren en alle door haar te geven aanwijzingen op te volgen. De keuringscommissie van Bondswege is samengesteld uit vier leden; waarvan twee buitenstaanders en twee uit het bedrijf, namelijk de heeren Dr. D. G. Draayer, Oud-Directeur-Generaal van de Werkverschaffing en Steunverleening, D. von Ballüseck, Hoofd redacteur van het Algemeen Handelsblad te Amsterdam, D. Ham burger Jr., Voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond en C. S. Roem, Vice-Voorzitter, terwijl als Secretaris optreedt de heer A. de Hoop, Directeur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Nog in den loop van October maakte deze Commissie met haar werkzaamheden een aanvang en men kan aan het eind van het jaar niet anders zeggen, dan dat zij haar taak heeft vervuld op een wijze, die eenerzijds de schade, voortvloeiend uit de maat regelen der Huishoudelijke Commissie, voor het bedrijf tot zoo gering mogelijke proporties heeft beperkt, anderzijds het werk der Centrale Commissie heeft vergemakkelijkt, en in één woord het hare ertoe heeft bijgedragen, dat het Nederlandsche publiek, zij het dan in vereenvoudigden vorm, kennis heeft kunnen nemen van een objectieve filmberichtgeving over de gebeurtenissen in de oor logvoerende gebieden. 66

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 66