O. en O. door de film
Een heel apart onderdeel voor het bedrijf in dezen mobilisatie
tijd is de samenwerking geworden met de Afdeeling Ontwikkeling
en Ontspanning van den Generalen Staf. Dienaangaande werd in
den loop van den zomer nog een bespreking gevoerd tusschen ver
tegenwoordigers van het Hoofdbestuur en den Leider van de
Afdeeling O. en O., den Kapitein J. D. S. Paters, welke bespreking
later door vele andere gevolgd is. Zij had ten doel om te komen
tot inschakeling van de film in het O. en O.-werk. Op ver
schillende manieren is zij ten slotte tot stand gebracht. Namelijk
ten eerste door een reductiesysteem in de bioscopen ten behoeve
van militairen beneden den rang van onder-officier, geldend voor
de normale voorstellingen; ten tweede door het organiseeren van
speciale gratis voorstellingen in de bioscopen ten behoeve van
militairen; en ten derde door het organiseeren van tournees in
gemeenten en gehuchten, waar militairen gelegerd zijn, doch waar
geen bioscoop gevestigd is. Het Hoofdbestuur heeft ter zake een
aantal richtlijnen aan het bedrijf gegeven, waarbij dispensatie is
verleend van het bepaalde in het Prijsbescherming-Reglement. In
verband hiermede zijn besprekingen gevoerd o.a. met den Afdee-
lingsraad, alsmede met de directies der reizende bioscopen, welke
voor het meerendeel belangeloos "haar medewerking hebben ver
leend, dat wil zeggen, dat zij zich bereid hebben verklaard tegen
kostenvergoeding de voorstellingen te organiseeren. Bovendien
heeft het Hoofdbestuur in enkele speciale gevallen eenige plaatse
lijke commissies in meer geïsoleerde gemeenten op haar verzoek
op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, opdat ook daar de mili
tairen in het genot van bioscoopvoorstellingen zouden kunnen wor
den gesteld. De vele verzoeken van cantinecommissies etc. om leve
ring van gratis films, welke bovendien geheel buiten de officieele
instanties omgingen, namen langzamerhand een zoodanigen om
vang aan, dat daarvan veel overlast werd ondervonden en het
ontwikkelings- en ontspanningswerk er door in de war dreigde te
geraken.
Het is dan ook door het bedrijf met instemming begroet, dat
op het Bureau Ontwikkeling en Ontspanning van den Generalen
Staf een Afdeeling Film in het leven is geroepen, aan het hoofd
waarvan iemand uit het bedrijf is benoemd, en wel de heer J. van
der Wilden, directeur van de N.V. Filmfabriek Polygoon te Haar
lem. Daardoor was voor filmaangelegenheden een centrale instan-
67