Onze ervaring is steeds geweest, dat de drie grootste steden
ongeveer de helft opleveren van het totale landscontingent. Op
grond daarvan mogen we veilig aannemen, dat in 1939 ca. 40 mil-
lioen menschen de bioscoop hebben bezocht.
Dit recordgetal, dat ca. 65 uitmaakt van het geheele bei'oek
aan vermakelijkheidsinstellingen in ons land, demonstreert over
duidelijk de geweldige positie, welke het film- en bioscoopbedrijf
in het amusementsleven inneemt. En de voortdurende toevoer van
nieuwe contingenten bezoekers, ieder jaar weer, getuigt mede van
de onverwoestbare levenskracht der film, welke per slot van reke
ning aan ons bedrijf inhoud en gestalte geeft.
Toch dienen ook de bezoekcijfers met den noodigen critischen
zin te worden bekeken.
In verhouding tot andere amusementsgelegenheden mogen ze al
wijzen op een gezonden groei, op zichzelf genomen zeggen ze
ons niets van de expansieve kracht van ons bedrijf. En het is toch
juist deze kracht, waaraan een bedrijf als het onze, en wel inzon
derheid in ons land, allereerst behoefte heeft.
Beschouwen we eerstens, zij het dan heel vluchtig, het percen
tage van 7.6 waarmede het bioscoopbezoek in 1939 is toe
genomen. Dan dringt zich allereerst de vraag! op: Hoever gaat
dit uit boven de bevolkingstoename van ons land gedurende dit
jaar? Althans: wordt het gedekt door het aantal personen, dat den
leeftijd heeft bereikt, waarop men gemeenlijk aan het uitgaansleven
gaat deelnemen? Eerst als dat het geval is en in hoeverre dat
het geval is, wagen wij thans nog niet te beoordeelen kunnen
wij eenigszins tevreden zijn. Eenigszins, want in dat geval zou
wel blijken, dat de jeugd in haar geheel voor de bioscoop gewon
nen is, en daarmee het komend geslacht in ons land, maar niet,
dat uit de bevolkingslaag, welke boven vorenvermelden leeftijd
ligt, nieuwe bezoekers worden gerecruteerd.
Exploratiewerk
Dat laatste nu is voor ons van het allergrootste belang. Neder
land is niet film-minded. In dat opzicht zien de cijfers er vergeleken
met andere landen mager uit. Het lijkt; al heel wat, indien kan
worden opgemaakt, dat in de zeven groote gemeenten gemiddeld
dertig maal de bioscoop wordt bezocht tegen éénmaal een schouw
burg of concert, maar blijkens een statistiek van het bioscoopwezen
over 1938 bedroeg het gemiddeld aantal bioscoopbezoekers per
6