nagenoeg gelijknamige titels te gebruiken. Het Hoofdbestuur greep
dan echter krachtig in.
Zoo had een lid-exploitant een oude film vertoond onder den
zelfden titel, welke ten name van een geheel nieuwe film stond
ingeschreven, en het had dit gedaan in dezelfde week, waarin laatst
genoemde film haar première ter plaatse beleefde. De opzet van
deze handelwijze was nogal doorzichtig en het viel evenmin moeilijk
hierin een overtreding te constateeren van artikel 9 van het Regle
ment op het Naamregister, zij het dat voor deze overtreding het
lid-filmverhuurder, dat de film had geleverd, aansprakelijk moest
worden geacht. De Bioscoop-Bond was in de eerste jaren van zijn
bestaan, toen de cinematografie nog aan het begin harer ontwik
keling stond, al met kracht opgetreden tegen de toepassing van
dergelijke onoirbare concurrentie-methoden. Het kon niet toleree-
ren, dat deze methoden wederom ingang zouden vinden en sprak
als zijn oordeel uit, dat in dit geval het lid-exploitant op hoogst
laakbare wijze in strijd had gehandeld met de algemeene belangen
en de waardigheid van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf.
Het lid in kwestie, dat tevoren ernstig was gewaarschuwd, ontving
een boete van 250.
Contact met de Afdeelingen
Het is verheugend te mogen constateeren, dat het contact tus-
schen het Hoofdbestuur en de onderscheidene afdeelingen van
den Bond wederom zeer levendig en tevens van prettigen aard was.
Tal van aangelegenheden, zooals de bedrijfsreglementeering en
het toezicht op de naleving van verschillende reglementen, maakten
een voortdurend voeling houden tusschen Hoofdbestuur, Afdee-
lingsraad en Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders noodzakelijk, terwijl
ook omtrent veel andere aangelegenheden, we denken bijvoorbeeld
aan de Zuidelijke nakeuring.de vestiging van nieuwe zaken etc,
adviezen der afdeelingen werden ingewonnen.
Tot zijn spijt zag het Hoofdbestuur zich genoopt in den loop
van het jaar een besluit van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders
te vernietigen. Deze afdeeling had namelijk, zonder dat vooraf een
voorstel was ingediend en daaromtrent een toelichting was uitge
bracht, een besluit genomen, dat gericht was tegen een niet-lid
der afdeeling, dat het karakter had van een straf- of revanche
maatregel. De bevoegdheid van het Afdeelingsbestuur met betrek
king tot het nemen van strafmaatregelen moet ingevolge artikel 6
80