frisschend vermaak. Zij zijn de bioscoopbezoekers van morgen! De weg naar het tweede middel, vestiging van nieuwe zaken, daar waar er behoefte aan bestaat, is intusschen heel wat moeilijker dan de eerste. Het is exploratiewerk in grillig en onbekend gebied. Maar de huidige standing van de film en het vermeerderd aanzien van het bedrijf in den lande bieden hier de helpende hand. De film heeft voldoende innerlijke kracht om zich vooral in kleinere ge meenten ook buiten het luxueuze droompaleis te doen gelden. Alles hangt af van de intelligentie, den smaak en de capaciteiten van den ondernemer. Er zijn vele interessante voorbeelden, dat een kleine bioscoop, mits goed en frisch geëxploiteerd, het doet en 'n boterham oplevert, óók in de heel kleine gemeente, óók daar, waar men het niet had verwacht. De vraag is slechts, in hoever de Bond hier iets kan doen. Zijn bedrij f sreglementen bevatten genoeg positieve elementen om een grondslag te vormen voor werk in de aangegeven richting. Mocht het mogelijk zijn, dat van Bondswege initiatieven als vorenbedoeld zouden kunnen worden bevorderd en aan de uitwerking daarvan richting en leiding zou kunnen worden gegeven waarbij dan vooral beoogd is ook buitenstaanders en kapitaal buiten het bedrijf om aan te trekken dan zou dit inderdaad positieve ordening zijn, en haar welslagen de schoonste triomf van den baanbrekenden arbeid, welken de Nederlandsche Bioscoop-Bond de laatste jaren heeft verricht. Cijfers, die te denken geven Door ietwat uit te weiden over de leemten en fouten, welke het groeiproces van ons bedrijf aankleven, hebben wij natuurlijk aller- minsteenblaamwillen werpen op den ondernemingslust onzer leden. De geconstateerde tekortkomingen, waarover men overigens nog van meening kan verschillen, zijn immers niet zoozeer aan de onder nemers uit ons bedrijf te wijten zij hebben waarlijk hun zorgen wel maar veeleer aan de ondernemers buiten ons bedrijf. Er is groot gebrek aan kennis van ons bedrijf en zelfs weet men dikwijls niet den weg te vinden, waarlangs men in contact kan komen met de Bondsleiding, ten einde zijn plannen te bespreken. Zooals gezegd, zal in de toekomst moeten worden overwogen, of aan de in dit opzicht gevoelde behoefte van een centraal punt uit, van Bondswege bijvoorbeeld, kan worden voldaan. Al te zeer verkeert men nog in de meening, dat het bioscoop- 8

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 8