ploitanten afhankelijk te stellen van de indeeling van het theater
in een der vijf prijsklassen.
De hiervoor geschetste regeling is nimmer van kracht gewor
den.
Op 20 November 1945 kwam het Koninklijk Besluit tot stand,
waarin zijn vastgelegd de grondregelen voor vergoeding wegens
militaire vorderingen. Deze omvatten vergoeding naar redelijk
heid en billijkheid voor huur en door het gebruik ontstane bui
tengewone waardevermindering, voor betoonde diensten en on
vermijdelijke kosten, alsmede voor algeheele bedrijfsschade; bij
dit laatste werd uitsluitend rekening gehouden met den toestand
van het bedrijf op het tijdstip der vordering.
Nadat op 4 Januari 1946 bij beschikking van den Minister
van Financiën een afzonderlijk orgaan, het Centraal Bureau
Vergoeding Militaire Vorderingen, was ingesteld, zijn met amb
tenaren van dit bureau besprekingen gevoerd, waarna op 31 Ja
nuari 1946 een speciale „Beschikking voor vergoeding gevor
derde bioscopen" tot stand kwam, tezamen met de z.g. „Basis
beschikking vergoeding militaire vorderingen" en enkele spe
ciale beschikkingen inzake kosten overheidsdiensten en ver
goeding voor arbeid ten behoeve van de militaire strijdkrach
ten.
Bij deze regeling (in het kort uiteengezet in circulaire No.
23 van 9 Februari 1946) werd onderscheid gemaakt tusschen
partieele en algeheele vordering. Bij de eerste, omvattende zoo
wel vordering van een bepaald aantal zitplaatsen bij een nor
male voorstelling, als vordering van het in werking zijnde bio
scoopbedrijf gedurende bepaalde dagen of uren per week, werd
70 van de gemiste netto-recette vergoed, zonder eenigen af
trek wegens vervallen kosten.
Bij algeheele vordering daarentegen zouden worden vergoed
de loonen van het personeel, voor zoover dit voor de vorderende
instantie werkzaam bleef, de kosten wegens het gebruik van
electriciteit, gas, water, telefoon etc, huur van de gevorderde
roerende en onroerende goederen, eventueele diensten en leve
ranties, alsmede de tengevolge van de vordering geleden be
drijfsschade.
Het voor uitvoering van deze beschikking te gebruiken in
lichtingenformulier is vervolgens door het C.B.V.M.V. in samen
werking met het Bondsbureau opgesteld en op verzoek aan alle
daarvoor in aanmerking komende leden-exploitanten toegezon
den.
Teneinde te komen tot een nadere omschrijving van het be-
15