Hoewel men van de zijde van het Departement uit bedrijfs economisch oogpunt dit standpunt verantwoord achtte, ver klaarde men, dat het nochtans niet voor verwezenlijking in aan merking zou kunnen komen. Het begrip redelijke en billijke ver goeding wordt door den Minister blijkbaar geïnterpreteerd als een vergoeding op basis van een gemiddelde bedrijfsopbrengst onder normale omstandigheden. In het verloop dezer bespreking is dezerzijds een bepaalde formule ontwikkeld, welke een eenvoudige en acceptabele op lossing van het vergoedingsprobleem mogelijk maakte. Wij verkregen de toezegging van de betrokken vertegenwoor digers van het Ministerie van Financiën, dat dit voorstel in wel willende overweging zou worden genomen en er zou worden nagegaan of het als grondplan zou kunnen dienen voor de sa menstelling van een nieuwe beschikking. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1945 | | pagina 18