geregeld overeenkomstig die van het bedrijfsleven. In artikel 2 wordt een uitvoerige beschrijving van de strafbare feiten ge geven; artikel 3 behandelt de straffen, welke door de Zuive ringscommissie kunnen worden opgelegd. Behalve uitsluiting voor den duur van 10 jaar uit het bedrijf een straf, waartoe het Besluit Zuivering Bedrijfsleven zich beperkt kunnen lich tere straffen worden opgelegd, te weten: berisping en uitslui ting van werkzaamheden in de redacties in, besturen en re presentaties op het gebied van het filmwezen. Naderhand zijn deze besluiten gewijzigd, ten einde beheer in bepaalde gevallen mogelijk te maken. In de Zuiveringscom missie, welke in hoofdzaak door niet-bedrijfsgenooten is sa mengesteld, heeft tevens een lid van het Hoofdbestuur zitting. Met de verklaring van den Minister en de inwerkingtreding van deze besluiten was het Hoofdbestuur practisch uit een im passe geholpen. Het behoefde thans deze moeilijke en ondank bare taak, die bovendien een niet te schatten hoeveelheid werk met zich medebracht, niet zelf ter hand te nemen en kon zich, voor wat de organisatorische zuivering betreft, bepalen tot het elimineeren van alle elementen, omtrent wier verdenking in het geheele bedrijf geen verschil van meening bestond. Dientenge volge zijn op voorstel van het Hoofdbestuur door de Algemeene Ledenvergadering van 12 November 1945 niet minder dan 24 leden van het lidmaatschap van den Bond vervallen verklaard. Hoewel het Hoofdbestuur dus aanvankelijk op aandrang van een aantal leden plannen heeft gehad de algemeene zuivering ter hand te nemen, is het een gelukkig ding, dat door de ge schetste ontwikkeling het van deze taak ontheven is. 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1945 | | pagina 21