CONTACT MET DE REGEERING
TT ET is een delicate taak verslag te geven van
de talrijke besprekingen, die sedert de be
vrijding namens het Hoofdbestuur zijn gevoerd
met vertegenwoordigers van de onderscheidene
Ministeries en wel in het bijzonder met die van
het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen. De problemen immers, waarvoor
men zich als Hoofdbestuur voortdurend gesteld zag, raakten
meermalen zoozeer het algemeen belang, dat het gewenscht, ja
noodzakelijk was, om geïnformeerd te zijn omtrent de opvat
ting van de Regeering respectievelijk van den betrokken Minis
ter. En ook de regeeringsinstanties hadden meermalen te ma
ken met het ontwerpen of uitvoeren van maatregelen, welke de
belangen van het filmwezen raakten, zoodat ook zij er behoefte
aan gevoelden zich te doen voorlichten door deskundige advi
seurs, die bovendien geacht konden worden op te treden in het
algemeen belang van de rechtstreeks betrokkenen.
Over dit contact heeft het Hoofdbestuur nimmer mededee-
lingen van beteekenis gedaan aan de leden, zodat wel eens cri-
tisch gesproken is van „het ijzeren gordijn", dat tusschen de re
laties van het Hoofdbestuur met regeeringsinstanties eener-
zijds en de leden anderzijds neergelaten was.
Toch is de op dit punt door het Hoofdbestuur in acht geno
men reserve verklaarbaar en verantwoord. Het verkeer tusschen
de Overheid en vertegenwoordigers van een bedrijfsgroep als
de Nederlandsche Bioscoop-Bond, welke bij haar werkzaamhe
den zooveel raakpunten ontmoet met het algemeen belang, moet
vertrouwelijk en openhartig zijn, wil het zich soepel kunnen vol
trekken en vrucht dragen. Het Hoofdbestuur heeft zich hierbij
op het standpunt gesteld, dat het de Overheid niet als zijn na
tuurlijke vijand heeft te zien, maar als hoedster van algemeene
belangen, die bij de uitvoering van haar taak ongetwijfeld par-
tieele belangen voorzichtig tegen elkaar afweegt.
Tevens was het Hoofdbestuur van meening, dat, hoezeer het
in het algemeen de behartiging tot taak heeft van de belangen
van de leden van den Bond, het uiteraard en inzonderheid in een
moeilijken tijd als wij sedert de bevrijding andermaal doorma-
21