FILMBELANGSTELLING en FILMIMPORT
T\E belangstelling voor de film is na de oorlog
aanmerkelijk toegenomen. Het aantal bio
scoopbezoekers, dat in 1938 ruim 35 millioen
bedroeg, steeg in 1945 tot 52 millioen1). In 1946
bedroeg het bezoekersaantal bijna 89 millioen2)
Dit is voor ons land een recordcijfer.
In vergelijking met het buitenland beteekent
het niet anders, dan dat de achterstand, welke in ons land in
het bioscoopbezoek bestond in vergelijking tot de rest van de
Westersche-Wereld, blijkbaar wordt ingehaald.
Gespecificeerd waren de bezoekcijfers over 1948 (afgerond
met 100.000) als volgt:
Amsterdam18.300.000
's-Gravenhage11.100.000
Rotterdam7.300.000
Utrecht 4.100.000
Haarlem2.800.000
Eindhoven2.000.000
Groningen1.900.000
Nijmegen1.100.000
Enschede1.000.000
Tilburg 1.000.000
Rest van het land 37.100.000
Reisbioscopen1.000.000
Totaal88.700.000
Opmerkelijk is de ontwikkeling buiten de groote steden. In
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag steeg het bezoek van
20.500.000 in 1938 tot 36.700.000 in 1946, dat is met 80%.
Buiten de groote steden liep het aantal bezoekers van
40
i) Bij de beoordeeling van dit cijfer dient in aanmerking te worden geno
men, dat een groot aantal bioscopen, waaronder de voornaamste, gedu
rende circa negen maanden gesloten is geweest.
Het cijfer voor 1946 is vastgesteld aan de hand van de" gegevens der
recette-controle administratie van den Bond.