105 oplossing van het advertentievraagstuk te geraken leverde tot dusverre weinig resultaten op. De denigrerende toon en woordkeus der filmbesprekingen in een der Amster damse dagbladen leidden er toe dat onze afdeling besloot het adverteren in dit dagblad te staken. De overige dagbladen meenden hierin een aantasting der pers vrijheid te moeten zien en weigerden eveneens advertenties op te nemen. Het afdelingsbestuur zorgde er voor. dat het publiek hierdoor niet werd gedupeerd, want gedurende het advertentieloze tijdperk kreeg het publiek de wekelijkse bioscoopagenda per post thuis bezorgd. Het overleg tussen het afdelingsbestuur en de Vereniging ..De Nederlandse Dagbladpers" leidde er overigens toe, dat het dagblad waartegen onze bezwaren gingen de juistheid dier bezwaren erkende, waarmede het conflict een einde nam. Het bestuur bracht enige adviezen uit in verband met aanvragen om toestem ming tot vestiging van nieuwe permanente bioscopen; in het verslagjaar werden twee nieuwe theaters in onze afdeling geopend, t.w. het Capitol Theater op de Rozengracht en het Zonnehuis in Amsterdam-Noord. Voorts mag in herinnering worden gebracht, dat tijdens het verslagjaar de opening plaats vond van de voormalige Cinetonestudio te Duivendrecht, welke studio geëxploiteerd wordt door de door onze Bond in het leven geroepen Stichting Nederlandse Filmstudio. Gedurende het verslagjaar werd een tweetal films geproduceerd, waarvan de eerste, t.w. de film „Niet Tevergeefs" in het verslagjaar haar première be leefde in een der Amsterdamse première-theaters. Voor zover zulks enigszins mogelijk was, verleenden onze leden steeds gaarne hun medewerking aan charitatieve acties van allerlei aard: het verminderde bioscoopbezoek in aanmerking genomen, waren ook dit jaar de collecten ten behoeve van het Bio Vacantieoord en het Rode Kruis een groot succes. Gezien de geringe belangstelling, die de in 1947 in samenwerking met het Comité Vacantiebcsteding georganiseerde gratis ochtendvoorstellingen ten deel viel, besloot'onze afdeling niet tot herhaling in 1948. Evenals het vorig jaar werden de leerlingen van het Instituut tot Opleiding van Bioscoopoperateurs voor het opdoen van' practische kennis ondergebracht in de theaters van verscheidene onzer leden. De bestuursleden, die aan de beurt van aftreden waren, werden allen bij acclamatie herkozen; in de later door het aftreden van de Heer J. ter Linden ontstane vacature werd voorzien door benoeming van de Heer H. S. Boekman. Aan het einde van het verslagjaar was het bestuur derhalve als volgt samen gesteld: W. K. G. van Roven voorzitter A. P. du Mée vice-voorzitter W. F. Dubbeldeman secretaris C. J. Blad penningmeest:r Mevr. p. C. Nöggerath-Lucas H. S. Boekman J. v. d. Horst. Onze afdeling was gedurende het verslagjaar in de onderstaande bondscolleges als volgt vertegenwoordigd: Hoofdbestuur W. K. G. van Royen Ledenraad W. F. Dubbeldeman Afdelingsraad C. J. Blad W. F. Dubbeldeman Raad van Beroep B. W. G. van Royen Commissie van Geschillen W. F. Dubbeldeman Commissie Beroep Nieuwe Zaken M. Gerschtanowitz B. W. G. van Royen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 107