FILMBELANGSTELLING EN FILMIMPORT f) E achteruitgang in het filmbezoek, welke voor 1947 ten op zichte van 1946 reeds 10 °/0 bedroeg, zette zich in 1948 voort ten opzichte van 1947 bedroeg hij 6% Gespecificeerd waren de bezoekcijfers over 1948 (afgerond met 50.000) en 1947 en 1946 (afgerond met 100.000) als volgt: In de drie grote steden (Amsterdam, Den Haag en Rotterdam) daalde het bezoek in 1948 ten opzichte van 1947 met 6,2 n/0 (t.o.v. 1946 met 14.9°/0); buiten 3 grote steden bedroeg de daling 5%, resp. 17.3 °/0. Het aandeel van de bioscopen buiten de grote steden heeft zich in 1948 evenals in 1947 vrijwel op het peil van 1946 gehand haafd (resp. 58.5, 58,3 en 58.6 11 1948 1947 1948 t.o.v. 1917 1946 184S t.o.v. 1946 Amsterdam 15.100.000 16.400.000 -8 18.300.000 -17'/2 Den Haag 9750.000 9.900.000 -IV. 11.100.000 -12 Rotterdam 6.400.000 7,000.000 -9 7.300.000 -12 Utrecht 3.200.000 3.300.000 -3 4.100.000 -22 Eindhoven 1.550.000 1.700.000 -9 2.000.000 -22V2 Enschede 850.000 900.000 -6 1.000.000 -15 Groningen 1.450.000 1.500.000 -3 1.900.000 -24 Haarlem 2.200.000 2.400 000 -8 2.800.000 -21i/2 Nijmegen 1.050.000 1.100 000 -41/2 1.100.000 - 472 Tilburg 1.200.000 1.200.000 - 1.000.000 20 42.750.000 45.400.000 -5,8 50.600.000 -15'/2 Overige gemeente 31.100.000 33.500.000 - 7 37.100.000 -16 73.850.000 78 900.000 -56 87.700.000 -15.8 Reisbioscopen 1.150.000 900.000 -1- 28 1.000.000 15 75.000.000 79.800,000 - 6 88.700 000 -15,6

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 10