GEMENGDE ARBITRAGE gevallen vernietigd; in een geval werd de uitspraak gedeeltelijk bevestigd. In een geschil tussen een lid-exploitant en een lid-filmverhuurder, waarin de Commissie van Geschillen de vordering niet ontvankelijk had verklaard, omdat, zo er al een overeenkomst tussen partijen tot stand zou zijn gekomen, die overeenkomst in strijd was met het Bedrijfsreglement ter zake ener Aanvulling van de Algemene Voor waarden van Verhuur en Huur van Films, heeft de Raad het vonnis van de Commissie van Geschillen vernietigd, daarbij overwegende, dat eerst had behoren te worden nagegaan, of de beweerde over eenkomst al dan niet was tot stand gekomen. Aangezien uit het onderzoek van de Raad bleek, dat de overeenkomst niet was tot stand gekomen, werd de vordering van het lid-exploitant ontzegd. De Gemengde Commissie van Geschillen en de Raad van Beroep, die ingevolge de overeenkomst met de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten geschillen beslecht tussen leden van die Vereeniging en leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, had in het verslagjaar geen enkel geschil te behandelen. 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 25