ontwikkeling van de televisie verband houdt met het film- en
bioscoopbedrijf, zulks met het oog op de bescherming en bevorde
ring van de belangen van dit bedrijf. Met name, of de basis der
televisie al dan niet zal berusten op het gebruik maken van films,
of de exploitatie der televisie zal geschieden middels het radiotoestel
in de huiskamer of middels ruimten voor openbare doeleinden en
van welke invloed de televisie door haar verwantschap met het film
beeld zal kunnen zijn op de structuur van het film- en bioscoop
bedrijf. Zij zal het Hoofdbestuur voortdurend en zo lang nodig
van voorlichting moeten dienen met betrekking tot het televisie
vraagstuk in zijn gehele omvang, weshalve zij op gezette tijden
rapport heeft uit te brengen van haar bevindingen, aanstonds heeft
te waarschuwen, wanneer belangrijke en ingrijpende wijzigingen
op til mochten zijn, van advies te dienen bij desbetreffende, even
tueel voorkomende gelegenheden en eventueel concrete voorstellen
te doen in zake de houding, welke het Hoofdbetuur nopens het
televisievraagstuk zal hebben aan te nemen".
Deze Bondscommissie heeft zich op een uitstekende wijze van
haar taak gekweten en haar arbeid had tot voordeel, dat, toen de
Rijkscommissie het Hoofdbestuur in de loop van 1937 uitnodigde
tot besprekingen in zake de onderwerpelijke kwestie, laatstgenoemd
College volledig georiënteerd was en tijdens dit contact een wei-
omlijnd standpunt kon innemen met betrekking tot een eventuele
exploitatie van televisie-uitzendingen. Bij deze gelegenheid is de
Rijkscommissie met nadruk gewezen op de evidente belangen, welke
het bedrijf bij exploitatie van televisie-uitzendingen heeft, zelfs wan
neer deze bij wijze van experiment geschieden.
Hoewel in 1938 van de zijde der Regeringscommissie een ont-
werp-regeling verscheen voor de verzorging van experimentele
televisie-uitzendingen in ons land, waarbij met de belangen van het
Nederlandse film- en bioscoopbedrijf op geen enkele wijze rekening
bleek te zijn gehouden, werd omtrent de plannen der Rijkscommissie
sedert dien niets meer vernomen.
De ontwikkeling, die zich inmiddels heeft voortgezet en die in het
buitenland en meer in het bijzonder in de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië beeft geleid tot een practische toepassing niet
alleen, maar ook tot een toepassing, zodanig, dat het schijnt, dat
het film- en bioscoopbedrijf daarbij ten nauwste betrokken zal zijn,
verkeert in ons land nog in het experimentele stadium, namelijk in
dat van de proefuitzendingen van de N.V. Philips te Eindhoven.
Men mag echter verwachten, dat binnen enkele jaren ook hier te
lande de practische toepassing een feit zal zijn en, hoewel het
Hoofdbestuur met het volste vertrouwen adviezen en inlichtingen
tegemoet ziet, welke zijn vertegenwoordiger in de Rijkscommissie het
tijdig zal verstrekken, is het zijn College wenselijk voorgekomen
andermaal een uitgebreide commissie samen te stellen van vertegen-
Si