NEDERLANDSE FILMINDUSTRIE
Filmlaboratoria
V\ E plechtigheden en festiviteiten rond de inhuldiging van
Koningin Juliana, hebben nog eens op nadrukkelijke wijze de
betekenis van de film als publiciteitsmedium in het daglicht gesteld.
Dit gebeuren te plaatsen midden in de Nederandse gemeen
schap, deze tot in de verste uithoeken van het land mede te doen
leven met de plechtige handelingen en te doordringen van de
betekenis ervan voor onze democratische samenleving, was de verre
van gemakkelijke opdracht, waarvan de film zich, naar aller me
ning, op loffelijke wijze heeft,.gekweten.
Het vervult ons met trots, dat onze leden die het filmjournaal-
bedrijf uitoefenen, de oudste tak van de Nederlandse filmproductie,
voor hun verantwoordelijke taak niet alleen berekend bleken te
zijn, maar er bovendien naar gestreefd hebben een resultaat te
bereiken, dat alom met grote waardering is ontvangen.
Het was deze keer het oog van de filmcamera en wel van een
Nederlandse filmcamera, dat heel de beschaafde wereld tot toe
schouwer maakte en het mag het gehele bedrijf tot voldoening
strekken, dat het tot dit resultaat heeft bijgedragen door de voor
waarden te scheppen, waarop onder krachtige leiding Nederlandse
journaalondernemingen tot bloei zijn kunnen komen, die aan de
hoogste eisen voldoen, zowel wat de kwaliteit en de standing van
hun product betreft, als uit een oogpunt van voorziening. De dis
tributie der actualiteiten klopte feilloos, zodat binnen de kortst
mogelijke tijd de gehele wereld' via onze leden-journaalondernemin-
gen van nieuws over de plechtigheden werd voorzien.
Te betreuren valt het, dat de pogingen om reportages met kleu
renfilm te maken weinig resultaat hebben opgeleverd.
De bij de Bond aangesloten filmfabrieken beschikken thans voor
het merendeel over grote moderne laboratoria. Zij hebben de door
de oorlog ontstane achterstand in apparaturen volledig ingehaald
en zijn thans in staat alle filmvervaardigings- en bewerkingsop
drachten op normaal- en smalfilmgebied naar wens uit te voeren.
De kinotechnische capaciteit der gezamenlijke filmfabrieken had
aan het einde van het verslagjaar de 400.000 meter normaalfilm
en de 100.000 meter smalfilm per week reeds overschreden. In
aanmerking moet daarbij worden genomen, dat deze cijfers nog
geenszins de werkelijke capaciteit weergeven, daar zij slechts be
trekking hebben op een 44-urige werkweek, zodat de productie door
het invoeren van een ploegensysteem, nog zeer belangrijk zou
66