71 De plannen tot coördinatie van de filmleveranties op het niet- commerciële terrein en van de verschillende initiatieven, die ook buiten de bedrijfsorganisaties op dit punt werden ondernomen, is zowel door de inmiddels opgeheven Adviescommissie voor het Film wezen, als door de Afdeling Film van het Ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, gestimuleerd. De eerste bespre kingen tussen de vertegenwoordigers van een aantal verenigingen en de vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur van de Neder landse Bioscoop-Bond, die naderhand leidden tot oprichting van het Nederlands Filminstituut, vonden plaats onder leiding van het Hoofd van de Afdeling Film van dit Ministerie. Nadat door de Ledenraad in de loop van 1947 tot de organisa torisch noodzakelijke wijziging in het betrokken Bedrijfsreglement was besloten, waaraan de ledenvergadering der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders haar goedkeuring hechtte, trad het Hoofdbestuur, voorzien van een behoorlijk advies van de Culturele Advies-Com missie, in overleg met een aantal prominente figuren uit het cul turele leven, die representatief mogen worden geacht voor de on derscheidene richtingen in ons land. Dit resulteerde in de oprich ting van de Stichting „Nederlands Filminstituut" op 10 April 1948, onder Voorzitterschap van oud-Minister Prof. Dr. G. van der Leeuw uit Groningen, een alom geziene en hooggeschatte figuur, die blijk heeft gegeven voor de film een hartelijke en diep gaande belangstelling aan de dag te leggen. Als Vice Voorz'tter van de Raad van Beheer treedt op de heer D. van Staveren, oud- Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Keuring van Films. De overige initiatiefnemers waren: de heren M. P. M. Vermin, Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, ]oh. Miedema, Secretaris van het Hoofdbestuur van de Bond, J. Weening. lid van het Dagelijks Bestuur van de Bond en van het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, J. Nijland Jr., Secretaris van de Afdelingsraad van de Bond en lid van de Culturele Advies-Com missie, J. G. J. Bosman, directeur van de Bond, A. van Domburg, filmcriticus en Voorzitter van de Culturele Advies-Commissie van de Bond, Prof Dr. J. Knipping O.F.M en Dr. J. C C. Rupp. Secretaris van de Stichting Kerk en Wereld. De Bondsdirecteur trok zich met het oog op de pariteit uit het bestuur der Stichting terug. Taak en wezen van dit Instituut, welke in de considerans van de stichtingsacte" worden omschreven, omvatten in hoofdzaak de voorziening in de behoeften van verenigingen met een cultureel, sociaal, opvoedkundig of ander maatschappelijk doel aan film vertoningen, vallende buiten het terrein der normale bioscoopvoor stellingen, en, met het oog od de exploitatierechten en de gebruiken die dienaangaande organisatorisch zijn gegroeid, het verkrijgen van een aanpassing aan de in Nederland bestaande ordening. Het beoogt tevens door de voorziening1 met culturele films en de bevor-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 73