78
tueel verrichten van onderzoekingen naar de invloed van de film
op de gedragswijzen, geestelijke gezondheid en sociale maatstaven
van jeugdige personen en groepen; het adviseren tot maatregelen
op grond van de resultaten dier onderzoekingen; het steunen, be^
vorderen en initiëren van strevingen, welke volgens het oordeel
van de Stichting zich bewegen in de richting van groter zorg no
pens de jeugd met betrekking tot filmvertoningen.
Het Bestuur van het Instituut, tot welks mede-oprichters de di
recteur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond behoort, wordt ge
vormd door ervaren sociologen en psychologen, vertegenwoordigers
van de Nationale Federatie voor de Geestelijke Volksgezondheid
en van de Filmwereld, alsmede door enige leden, die aan de
Ministeries van Sociale Zaken en van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen zijn verbonden.
Contact werd gezocht met het buitenland en met de UNESCO.
Van de op dit gebied bestaande literatuur werd een kaartsysteem
aangelegd. Conclusies, statistieken en andere wetenswaardigheden
werden uit geschonken en geleende werken overgenomen, welke
aan de leden van het Bestuur regelmatig worden toegezonden.
Een Wetenschappelijke Commissie, gevormd uit leden van het
Bestuur, ontwierp een schema van die werkzaamheden, welke
vallen binnen de momentele, financiële mogelijkheden van het
Instituut.
Aan het einde van het verslagjaar werd door het Instituut een
nationaal congres voorbereid, dat onder de titel „Ontspanning-
leven, Film en Rijpere Jeugd" op 14 en 15 Januari 1949 te Rotter
dam werd gehouden.
Het Hoofdbestuur, zich ten volle bewust van de belangrijke en
verantwoordelijke taak welke de leden van de Bond bij de vrije
tijdsbesteding in de Nederlandse gemeenschap vervullen, heeft aan
het streven van het Instituut „Film en Jeugd" gaarne zijn steun
gegeven en in het bijzonder dit congres in de aandacht van de leden
aanbevolen.