AFDELING ROTTERDAM
99
T N het afgelopen jaar hebben diverse belangrijke kwesties de aandacht onzer
Afdeling gehad.
Wat betreft de wederopbouw zij medegedeeld, dat na verschillende verga
deringen onzer Afdeling met zekerheid vastgesteld werd, dat geen overeenstem
ming te bereiken is voor de plaatsing van bioscopen van gedupeerden in het
nieuwe stadsplan.
De Contact-Commissie heeft het A.S.R.O. bericht, dat geen definitief plan
voor plaatsing van verwoeste bioscopen in het nieuwe stadsplan tot stand kon
komen en tegelijkertijd werd het A.S.R.O. ervan in kennis gesteld, dat onze
Afdeling voor de herbouw richtlijnen had vastgesteld, waaraan de leden zich
tegenover hun organisatie hebben te houden.
De arbeid van de Contact-Commissie was hiermede beëindigd en van deze
plaats moge een woord van dank aan de leden dezer Commissie, die veel er.
goed werk hebben verricht, niet ontbreken.
Dat uitbreiding van het theaterpark in onze stad zich slechts tot één bio
scoop heeft beperkt, moge wel toegeschreven worden aan de enorme kosten,
waaronder ons bedrijf gebukt gaat. „Het Venster" was het enige theater, waar
mede Rotterdam in 1949 werd verrijkt.
Inzake de overname van de wederopbouwrechten van hel verwoeste Asta
Theater door Cineac Rotterdam N.V. heeft het bestuur onzer Afdeling advies
uitgebracht aan het Hoofdbestuur, dat hierna zijn goedkeuring aan deze over
name hechtte.
De teruggang der recettes heeft zich in 1949 voortgezet; ten opzichte van
1948 bedroeg dit 17,78%, terwijl de eerste vier weken van 1950 opnieuw een
teruggang te zien geven n.1. 9,25 Dat over dit jaar wederom e*_n. achter
uitgang van ongeveer 10% zal worden waargenomen, moet waarschijnlijk
geacht worden.
Dat mede in verband met deze achteruitgang naar een verlaging der verma-
kelijkheidsbelasting met spanning wordt uitgezien, is duidelijk. Het feit, dat
voor het amusementsleven in het algemeen een belasting van 20 wordt be
rekend en voor ons bedrijf 35 wordt terecht door onze leden onaanvaardbaar
geacht en tegen deze discriminatie heeft het bestuur stelling genomen.
In Mei 1949 heeft het bestuur besprekingen met de plaatselijke autoriteiten
geopend, welke tot gevolg hadden, dat, evenals in Amsterdam en Den Haag,
een onderzoek naar de rentabiliteit van het bioscoopbedrijf plaats vond en
naar de invloed, welke het thans geldende belastingpercentage op het bedrijf
uitoefent. Aan het einde van 1949 heeft een onderhoud plaatsgevonden tussen
een delegatie van onze Afdeling en de Wethouder van Financiën. Men heeft
de indruk dat de Rotterdamse wethouder in tegenstelling met zijn Amster
damse en Haagse collega's onze actie tot verlaging der vermakehjkheids-
belasting niet ten volle zou kunnen steunen.
In de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Januari 1949 werd het bestaande
Advertentie-Besluit wederom voor een jaar verlengd. In het afgelopen jaar wer
den door de leden-filmverhuurders veel advertenties in de op Donderdagavond
verschijnende dagbladen geplaatst, welk feit voor het Afdelingsbestuur aan
leiding was om, in combinatie met de Afdelingen Amsterdam en Den Haag
besprekingen te openen met het bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders,
ten einde aan deze ongewenste toestand die mogelijk zou kunnen leiden
tot ondermijning van het Advertentiebesluit een einde te maken.
Op initiatief van het Hoofdbestuur is een speciale Studie-Commissie voor
Advertenties ingesteld, waarin ons lid de heer Dubbelderran zitting had en
'.vaarvan voorts vertegenwoordigers van de Amsterdamse en Haagse Afdelin
gen en vertegenwoordigers van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders deel uit
maakten. Van het moment af, dat deze Studie-Commissie haar arbeid aanving,
besloot de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders niet meer te adverteren in de op
Donderdagavond verschijnende dagbladen.