AFDELING HET ZUIDEN 107 tl ET jaar dat thans achter ons ligt, kenmerkte zich door een verdere daliny "van het aantal bezoeken aan onze theaters en een stijgende bezorgdheid voor de toekomst bij al onze leden. In het begin van 1949 meenden velen in onze Afdeling een lichtpunt te zien in de terugkeer der producties uit de centrale landen. Al spoedig echter bleek eens te meer, dat de teruggang in onze bedrijven niet is te wijten aan de ver minderde belangstelling voor de geboden programma's, doch wel aan de heer sende geldschaarste, die haar stempel drukt op het gehele maatschappelijke leven. Daarom is het des te meer te betreuren, dat de betrokken autoriteiten óók in het afgelopen jaar zo weinig begrip hebben getoond voor de zorgen en noden van ons bedrijf .en dat de druk ener alle perken der redelijkheid te buiten gaande vermakelijkheidsbelasting voor de meesten onzer onverminderd gehand haafd bleef. Dat dit jaar óók in onze Afdeling enkele kleinere gemeenten overgingen tot verlaging, omdat de toestand geheel onhoudbaar was geworden en de bedrijver, aan de rand van de ondergang stenden. en dat met name in Valkenswaard de bevolking zelf op ondubbelzinnige wijze blijk gaf van haar waardering voor de cinematografie, moge de betrokken autoriteiten tot nadenken stemmen. Want moge het dan zijn dat de economisch sterkeren onder onze leden deze moeilijke toestand misschien iets langer het hoofd zouden kunnen bieden, ten slotte zal deze abnormale belastingheffing het gehele bedrijf vernietigen of althans zeer zeker het thans bereikte culturele peil beduidend naar beneden halen. In tegenstelling tot de inkomsten bewegen zich de uitgaven in een steeds stijgende lijn. Zonder hier in te willen gaan op de redelijkheid cf billijkheid van diverse nieuw ingevoerde of in te voeren lasten, is het een niet te mis kennen feit, dat vele leden met grote bezorgdheid het nieuwe jaar tegemoet zien, waarin de straks te betalen auteursrechten en de steeds hoger wordende sociale lasten, evenals de nieuwe regeling der salarissen voor het personeel, hunne zorgen voor een sluitende exploitatie zullen vergroten. Een andere kwestie is of aan sommige dezer nieuwe lasten was te ontkomen. Ongetwijfeld past hier dan een woord van waardering voor het beleid van het Hoofdbestuur. Immers nadat na jarenlange procedures de kwestie van het al cf niet verschuldigd zijn van vergoeding voor het in het openbaar ten gehoiv brengen van muziek door middel van de vertoning van films in hoogste instantie ten nadele van de exploitanten was beslist, is het er in geslaagd onder de meest moeilijke omstandigheden met het Bureau voor Muziekauteursrecht Buma tot een regeling te komen, die, hoewel door Buma opgelegd, niet zulke exorbitante voorwaarden stelt als oorspronkelijk door deze instelling werden geëist. Minder bevredigend was voor de meesten van ens de mededeling, dat ook nu weer de vertoning van twaalf Europese programma's per jaar verplicht werd gesteld. Weliswaar is zowel kwaliteit als kwantiteit dezer films enigszins verbeterd, doch dit bekt niet dat ook nu nog voor velen het afsluiten van het benodigde aantal behoorlijk rendabele Europese films schier onoverkomelijke moeilijkheden oplevert.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 111