DEVIEZEN QPNIEUW deed zich in 1949 de moeilijkheid voor, dat De Nederlandsche Bank NV. niet voldoende dollardeviezen beschikbaar stelde om daaruit de licenties en andere kosten van de Amerikaanse films volledig te betalen. Het beschikbaar ge stelde dollarbedrag was zelfs nog minder dan in de voorafgegane tijdvakken, omdat het voorschot, dat ter overbrugging van de moei lijkheden in de vorige periode was gegeven, volledig in mindering werd gebracht. Het was hierdoor noodzakelijk om een deel der aan de Amerikaanse leveranciers verschuldigde bedragen te storten op geblokkeerde guldensrekeningen. Bij de verdeling der dollars werd als maatstaf aangenomen de geschatte filmhuuromzet van het lopende jaar mede op basis van de twee voorgaande jaren. Een daarover met een vroeger lid gerezen kwestie gaf de Deviezenafdeling van het Bonds'bureau de gelegenheid de juistheid en rechtvaardigheid van dit systeem ook tegenover de Overheid aan te tonen. Met de overige betalingscontingenten deden zich geen moeilijk heden voor met uitzondering van de invoer uit West-Duitsland. De Nederlandsche Bank weigerde namelijk een betalingscontigent voor deze invoer beschikbaar te stellen. De deviezen werden ter beschikking gesteld onder de gebrui kelijke voorwaarden, De verdeling, administratie en controle geschiedden wederom door het Bondsbureau, dat zich in een practijk van bijna vijf jaar een groot vertrouwen heeft verworven zowel bij de autoriteiten als bij de leden, hetgeen bij verschillende gelegenheden tot uiting is gekomen. De Nederlandsche Bank wordt bij de toewijzing van de devie zen en daarmede verband houdende problemen van meer algemene aard bijgestaan door een commissie van advies, waarin zitting hebben de heren M. P. M. Vermin, J. G. J. Bosman, J. S. Croeze en C. S. Roem namens de Bond, de heren Dr. N. R. A. Vroom, G. van der Wiel en D. Vriesman namens de Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen en Mr. P. B. H. van Groïn Soeters namens De Nederlandsche Bank. Met betrekking tot het aantal en de herkomst van de geïmpor teerde films moge worden verwezen naar de in dit verslag ge publiceerde bijlagen. Deviezen voor smalle films Voor de invoer van z.g. smalle films was een afzonderlijk be talingscontingent vastgesteld. De Commissie, die belast is met het beheer hiervan, kwam in het verslagjaar 7 maal bijeen. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 17