Afgewezen werden twee aanvragen uit 1948 om toestemming
tot het overnemen van bioscopen, waartegen door de vorige
exploitanten reeds in 1948 op grond van artikel 11 van het Ge
wijzigd Algemeen Bedrijfsreglement bezwaren waren ingediend,
alsmede een aanvrage tot inschrijving van een noodexploitatie te
Rotterdam.
De Ledenraad behandelde vier beroepen tegen beslissingen
van het Hoofdbestuur, namelijk twee tegen de afwijzing van aan
vragen betreffende de overneming van permanente bioscopen, eer-
tegen een speciale conditie in een beslissing van het Hoofdbe
stuur, waarbij de gevraagde toestemming voor een noodexploitatie
wel was verleend en een tegen een weigering van toestemming
tot het veranderen van een door een individueel lid geëxploiteerd
filmverhuurkantoor in een N.V. Al deze Hóofdbestuursbeslissin-
gen werden bevestigd.
Op 31 December 1949 waren nog hangende tien verzoeken om
toelating tot het lidmaatschap en/of inschrijving in het Bedrijfs-
register van een aantal bioscopen.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5A van het Gewijzigd
Algemeen Bedrijfsreglement behandelde het Hoofdbestuur voorts
35 aanvragen tot inschrijving van permanente bioscopen-B. Inge
willigd werden 26 aanvragen; 9 aanvragen werden afgewezen.
In één geval werd de verleende inschrijving ingetrokken en in
een tweede geval ging de afgewezen aanvrager in beroep bij de
Ledenraad, die echter de beslissing van het Hoofdbestuur be
vestigde.
Een andere aanvrager, die toestemming had gekregen voor
de exploitatie van een permanente bioscoop-B, tekende beroep
aan bij de Ledenraad tegen de door het Hoofdbestuur vastgestelde
beperking van het aantal speeldagen. Dit beroep werd echter in
het verslagjaar nog niet behandeld.
Uit deze cijfers en de cijfers, welke in het jaarverslag 1948
zijn vermeld, blijkt, dat in totaal dus toestemming werd verleend
voor 29 permanente bioscopen-B sedert de reglementswijziging,
die de inschrijving en exploitatie van deze nieuwe categorie van
zaken mogelijk maakte.
Artikel 11 Gewijzigd Algemeen Bedrijfsreglement
In het verslagjaar werd in vijf gevallen door leden-exploitanten
toepassing van artikel 11 van het Gewijzigd Algemeen Bedrijfs
reglement dd. 24 Augustus 1948 gevraagd. Naar aanleiding hier
van hebben dit jaar vier speciaal daartoe in het leven geroepen
arbitrage-commissies uitspraak gedaan inzake huurverlenging.
In twee zaken wend als oordeel uitgesproken, dat het huurcontract
diende te worden verlengd, aangezien geen der in artikel 11
genoemde vier punten zich voordeed; in één zaak luidde het
24