Deze ingewikkelde vergunningsconstructie was noodzakelijk geworden, doordat de wetgever zijn toezicht wilde uitstrekken tot filmvertoningen in besloten gezelschap, voorzover meer dan 25 personen tellend. Blijkens de Memorie van Toelichting kan de gemeenteraad door de voorschriften welke zij ingevolge artikel 15 vermag te geven betreffende het vertonen van films, ook ten aanzien van dit vertonen, een vergunningsstelsel in het leven roepen, indien hier aan mede de behoefte wordt gevoeld. Men zou dus, gesteld dai zulk een verordening van kracht wordt, twee soorten vergunnin gen krijgen. Één voor de plaats en één voor het vertonen, waarbij het denkbaar zou zijn. dat zij voor dezelfde gebouwen verschil lende houders hebben. De redactie van de Memorie van Toelichting wordt echter niet volkomen gedekt door de inhoud van artikel 15, waar uitsluitend sprake is van „voorschriften betreffende het vertonen van films", dat wil dus zeggen, voorschriften, waaraan hij, die de vertoningsr: geelt, moet voldoen. Deze voorschriften hebben de kracht van een gemeentelijke verordening, waaraan in het algemeen vergunning houders ter plaatse moeten voldoen. Met dit verordeningsrecht wordt de Raad practisch een blanco volmacht gegeven. Immer.-", volgens artikel 4 van de huidige Bioscoopwet mochten de voor schriften bij verordening door de gemeenteraad gegeven, behou dens een keuring van de te vertonen films, niet betreffen voorstel lingen, die uitsluitend voor personen, die de leeftijd van 18 jaren hebben bereikt, toegankelijk zijn. Volgens deze blanco volmacht, krachtens artikel 15 van he^ wetsontwerp, kan de gemeenteraad een verordening uitvaardigen, waarbij niet alleen een nakeuring kan worden ingevoerd, doch tevens, zoals de Toelichting bij Titel II aangeeft, naast deze nakeu ring voorwaarden kunnen worden gesteld, welke omvatten een rookverbod, de mogelijkheid van afgifte van een legitimatiebewijs voor jeugdige personen, voorzover deze filmvoorstellingen be zoeken, welke niet voor alle leeftijden toegankelijk zijn, een ver bod van het bezoeken van bioscopen door jeugdige personen na een bepaald uur 's avonds, enz. Deze voorbeelden, uit de Toe lichting geciteerd, kunnen met tal van andere worden aangevuld, b.v. de scheiding van personen van beiderlei kunne, een slui tingsuur voor bioscopen, een legitimatie welke ook oudere per sonen betreft, enz. Hier wordt dan aan toegevoegd, dat de toepassing van een dergelijk vergunningsstelsel uiteraard niet zó ver mag gaan, dat de gemeenten in het geheel geen films ter vertoning in het open baar toelaten, dan wel dat zij te bezwarende voorwaarden stellen, en dat het toezicht van de Kroon de nodige waarborgen schept. 31

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 31