noemenswaardige inkomstenverhoging en lastenverlaging, als extra nadelige factor optreedt. Het bioscoopbezoek is vergeleken bij voor de oorlog nog vrij bevredigend, al ligt het ten achter bij dat in de ons omringende landen, waar een nationale productie zowel als de volksaard en het ontbreken van bepaalde confessionele bezwaren een grotere belangstelling in de hand werken. Niettemin moet er wederom rekening mede gehouden worden dat aan de keuze, het uitbrengen en vertonen van een film bijzon dere eisen worden gesteld, eisen, die gezien de ontwikkeling van het filmwezen en van het publiek, niet meer geheel aan de voor oorlogse ervaring getoetst kunnen worden. Menige zogenaamde verrassing is er om dit te bewijzen, tenzij men aanneemt, dat ons bedrijf altijd voor verrassingen staat. Heel wat ernstiger ziet het er uit met de ontvangsten. De bio- scoopprijzen zijn na de oorlog gestart met een achterstand, welke ze waarschijnlijk nooit zullen kunnen inhalen. De voortdurende achteruitgang in ontvangsten ging gepaard met een contra-bewe ging van de bedrijfskosten. De verhoging der vermakelijkheidsbelas- ting zonder mogelijkheid van verhaal, dreigt ten slotte, indien niet spoedig wordt ingegrepen, de balans uit haar evenwicht te doen slaan, voorzover zij dat voor sommige bedrijven al niet is. Bezui niging van betekenis in onze vrijwel gerationaliseerde bedrijven is niet wel mogelijk, integendeel, de eisen, die aan ons bedrijf worden gesteld, veroorzaken geleidelijk hogere uitgaven. Een aanpassing van het prijzenniveau aan het indexcijfer is in het algemeen ge nomen uitgesloten bij een bezetting van circa 40 der zetels, welke veeleer een scherpe concurrentie te weeg brengt. Üen verlaging van de extra lasten op ons bedrijf zal vooralsnog de enige uitkomst blijken te zijn, wil de winstgevendheid van ons bedrijf gehandhaafd worden. De reserves zijn reeds in het bezit van de fiscus; indien de thans geschetste ontwikkelingsgang zich voort zet, zullen noodgedwongen sluitingen ofwel een prijsgeven van veler onafhankelijkheid ontstaan, nog afgezien van de kwaliteits vermindering der programma's. Moge het besef levendig worden, dat het noodgedwongen con- 4

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 3