RAAD VAN BEROEP Na de Jaarvergadering werd de Raad van Beroep als volgt samengesteld: F. L. D. Strengholt, Amsterdam, lid-Voorzitter; Ch. van Biene, Arnhem, lid-Pl.v.v. Voorzitter; M. Desmet, Eindhoven; C. H. de Lange, Alkmaar; Joh. Miedema, Sneek; B. W. G. van Roven, Bussum; H. S. Boekman, Amsterdam; J. S. Croeze, Amsterdam; D. J. van Leen, Dordrecht; J. L. Paerl, Amsterdam; J. G. J. Bosman, Secretaris. Met uitzondering van de heer C. S. Roem, die zich niet langer beschikbaar kon stellen, betekende dit een herbenoeming van de zitting hebbende leden van de Raad van Beroep. Na de Jaarvergadering werden de Kamers door loting als volgt samengesteld: Ie Kamer: B. W. G. van Royen, M. Desmet, J. S. Croeze en D. J. van Leen; 2e Kamer: C. H. de Lange, Joh. Miedema, H. S. Boekman en J. L. Paerl. Van de twaalf zittingen stonden er twee onder voorzitterschap- van de heer C. S. Roem, twee onder voorzitterschap van de heer F. L. D. Strengholt en acht onder leiding van de plaatsvervangend Voorzitter, de heer Ch. van Biene. In 1949 werden in totaal elf beroepszaken ingediend (in 1948 acht). In twee gevallen werd het beroep na gedeeltelijke behan deling ingetrokken. In één zaak is de uitspraak van de Commissie van Geschillen bevestigd en in vijf zaken vernietigd. In twee ge vallen verklaarde de Raad zich onbevoegd. Het ene geval betrof een geschil tussen twee leden-filmverhuur- ders in zake een vordering die het ene lid op het andere lid ver meende te hebben. De Commissie van Geschillen had hierin uitspraak gedaan, doch de Raad van Beroep is gebleken, dat het onderzoek van de Com missie van Geschillen onvolledig was geweest. Het geschil bestond namelijk niet tussen de desbetreffende twee leden doch tussen 39

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 41