PRIJZENCOMMISSIE TN het verslagjaar kon worden volstaan met het houden van een tweetal vergaderingen van de Commissie Indeling Bioscoop bedrijven en Prijsvaststelling Bioscoopvoorstellingen, welke beide onder voorzitterschap stonden van de heer W. K. G. van Royen in zijn functie van waarnemend Voorzitter. Reeds uit dit geringe aantal bijeenkomsten der Prijzencommissie valt de onjuistheid af te leiden van de in Overheidskringen heer sende mening omtrent een te verwachten algemene prijsverhoging na het eventuele vrijgeven der bioscoopprijzen. In totaal zijn 15 aanvragen behandeld tot indeling en prijs vaststelling van nieuwe bioscopen en voorts 23 verzoeken om prijsverhoging, respectievelijk herziening van klasse-indeling; van de laatste zijn 4 verzoeken afgewezen, de overige werden geheel of gedeeltelijk ingewilligd. Voor 7 bioscopen werd een verzoek behandeld om dispensatie van de sinds 1 April 1948 verplichte verlaging der netto-entree prijzen; in één geval werd gedeeltelijke en in de 6 overige ge vallen volledige dispensatie verleend. Voor 1 film werd op grond van de grote lengte een algemene vergunning afgegeven tot verhoging van het entreeprtjsgemiddelde met 50%; op grond van vroegere beslissingen der Prijzencom missie werd voorts nog in 70 gevallen voor andere films met lange vertoningsduur een afzonderlijke vergunning verleend tot ver hoging van de prijzen met een zeker percentage. Nog tijdens de opstelling van dit overzicht (op 13 Maart 1950) werd een Ministeriële Beschikking uitgevaardigd, waar door de Prijzenbeschikking 1948 is komen te vervallen en de Prijzencommissie is opgeheven; deze commissie was tot dan toe op dezelfde wijze samengesteld als in het vorig jaarverslag vermeld. Door de bedoelde Beschikking is een einde gekomen aan de be moeienis van de Prijsbeheersing met het bioscoopbedrijf. 41

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 43