werden, werd door Burgemeester en Wethouders afwijzend be
schikt.
Ondanks dit alles is het tekort tot een minimum beperkt kun
nen blijven. Dit is door de Bond gedragen. Grote steun is -
er zij met waardering gewag van gemaakt ondervonden van
de zijde der deelnemende filmverhuurkantoren.
HET NEDERLANDS FILMINSTITUUT
De samenwerking tussen de Nederlandsche Bioscoop-Bond e;i
de Stichting „Nederlands Filminstituut" werd ook gedurende het
verslagjaar in goede harmonie voortgezet.
Uiteraard zullen zich bij een zo jonge instelling, welke haai
weg moet vinden in een geheel nieuw en ten dele onbekend ter
rein, bij tijd en wijle moeilijkheden blijven voordoen. Maar deze
blijken bij nader overleg geenszins onoverkoombaar. Een oplos
sing is in de regel in gemeenschappelijk overleg wel te vinden.
Het Nederlands Filminstituut, dat in de winter 19481949
zijn eerste seizoen beleefde, ontwikkelde onder zijn voortvarende
leiding een grote activiteit. Einde 1949 waren reeds ongeveer
80 contribuerende organisaties (waaronder verscheidene van cen
traal of overkoepelend karakter) als contribuerende leden bij het
Tnstituut aangesloten, benevens tal van rijks- en gemeenlijke instel
lingen, en hadden omtrent 2500 leveringen van films plaats ge
vonden. Een en ander demonstreert duidelijk, dat deze instelling
in het culterele verenigingsleven een bijzondere plaats is gaan
innemen.
Het zal de Raad van Beheer, welks leden onder voorzitterschap
van oud-Minister Prof. Dr, G. van der Leeuw zoveel van hun
kostbare tijd besteden aan de leiding van deze culturele arbeid,
ongetwijfeld tot grote voldoening hebben gestemd, dat zijn streven
thans ook bij de Regering officiële erkenning heeft mogen vinden.
De toegezegde subsidie zal voor de werkzaamheid van de Stichting
een nieuwe stimulans betekenen.
Gedurende 1949 was de Nederlandsche Bioscoop-Bond in de
Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut ver
tegenwoordigd door de heren Joh. Miedema, secretaris van het
Hoofdbestuur, L. Groen, lid van het Hoofdbestuur en van het
Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, Nijland Jr., secre
taris van de Afdelingsraad van de Bond en lid van de Culturele:
Advies-Commissie, en J. G. J. Bosman, directeur van de Bond.
60