FILM EN JEUGD
TJOEZEER het complex van vraagstukken, dat men gemeenlijk
als „het probleem film en jeugd" pleegt aan te duiden in ons
land in het teken van de publieke belangstelling staat, bleek in het
verslagjaar wel zeer duidelijk uit het groot aantal belangstellenden
op het door de Stichting Instituut Film en Jeugd voorbereide na
tionale congres, dat onder de titel „Ontspanningsleven, film en
rijpere jeugd" op 14 en 15 Januari te Rotterdam werd gehouden.
De Stichting Instituut Film en Jeugd, tot welker medeoprichters
de directeur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond behoort, heeft
zich tot taak gesteld het problematieke kluwen te ontwarren, dat
gevormd is uit feiten en verdichtselen, oordeel en vooroordeel. Haar
voornaamste doel is daarom: ,,het bevorderen, stimuleren en even
tueel verrichten van onderzoekingen naar de invloed van de film
op de gedragswijzen, geestelijke gezondheid en sociale maatstaven-
van jeugdige personen en groepen' Terecht meent zij, dat haar
tweede doelstelling: „Het adviseren tot maatregelen" alleen maar
plaats zal kunnen hebben „op grond van resultaten dier onderzoe
kingen".
Het initiatief van de Stichting tot een eerste openbare samen-
spreking ten einde te peilen waar met betrekking tot de film de
verantwoordelijkheden en moeilijkheden liggen van de maatschap
pelijke of geestelijke groeperingen, waaruit gezaghebbende sprekers
waren uitgenodigd tot het geven van korte inleidingen, heeft zeer
zeker succes gehad, al was het niet het succes, dat sommigen er
zich van hadden voorgesteld. Tot deze laatsten behoorden ook de
genen, die, op grond van eigen oordeel of liever vooroordeel, ver
wacht hadden het „schuldig" over de film te horen uitspreken. Ten
aanzien van hun getuigenverklaringen werd door Dr. A. Querido,
sociaal-psychiater te Amsterdam, in zijn samenvattend en conclu
derend referaat terecht opgemerkt, dat zij voor een goed deel emo
tioneel, niet op feiten, maar op gevoelens gebaseerd waren.
Op dit congres, dat door de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, Prof. Dr. F, J. Th. Rutten, werd geopend,
werd onder meer het woord gevoerd door de heer M. P. M.
Vermin, als exploitant, de heer H. S Boekman, directeur van
het filmverhuurkantoor Filmtrust. als filmverhuurder, en de heer
J. A. Wiersma, als filmcriticus. Als vertegenwoordigers uit de
onderwijswereld spraken Mej. Dra. M. C. Corbeau, directrice
van een meisjes-H.B.S. te Arnhem en de heer G. N. Meurs,
leraar aan een ambachtsschool te Leiden. Dr. K. H. E. Grave-
rneyer vertegenwoordigde de Protestantse Kerken, Pater A. van
Schalen O.F.M, sprak als R.K. Geestelijke en Dr. J. W. Noteboom
als bestuurslid van verschillende organisaties voor maatschap-
61