HOOFDBESTUURSVERGADERINGEN Y^ E samenstelling van het Hoofdbestuur bij de aanvang van het verslagjaar was als volgt: M. P. M. Vermin, Voorzitter; J. S. Croeze, Vice-Voorzitter; Joh. Miedema, Secretaris; W. K. G. van Royen, Penningmeester; J. Weening, Gedelegeerde; M. Desmet, L. Groen, C, S. Roem en R. Uges Jr., leden. Aan de beurt van aftreden waren de heren M. P. M. Vermin, R. Uges Jr. en J. Weening. De heren M. P. M. Vermin en R. Uges Jr. werden in de jaar lijkse vergadering der leden bij enkele candidaatstelling her- koben. In de vacature, ontstaan door het periodieke aftreden van de heer J. Weening, die zich niet herkiesbaar had gesteld, werd voorzien door verkiezing bij enkelvoudige candidaatstelling van de heer H. S. Boekman. De heer C. S. Roem werd op 12 April door het Hoofdbestuur aangewezen als zijn Gedelegeerde in het Dagelijks Bestuur. Voor het overige bleef de functieverdeling in het Hoofdbestuur gehandhaafd als boven vermeld. Het Hoofdbestuur kwam 30 maal bijeen (30 keer in 1948). Het Dagelijks Bestuur vergaderde 21 maal (26 keer in 1948). Het Hoofdbestuur was ook in het afgelopen jaar met werk overladen. Behalve de werkzaamheden, welke in de onderschei dene hoofdstukken van dit verslag worden verantwoord, vergde het beleid ten aanzien van de vermakelijkheidsbelasting, de prijs- beheersing en de verdere overheidsbemoeienis met het film wezen zeer veel van de tijd en de werkkracht van dit College. Vergaderingen van tien tot twaalf uur aan één stuk waren geen zeldzaamheid. Daarenboven moesten vele besprekingen worden gevoerd met instanties buiten de Bond evenals met onderschei dene Bondscolleges. Voorbereiding en wijziging Reglementen en Besluiten Onderscheidene voorstellen werden door het Hoofdbestuur krachtens artikel 27 van het Algemeen Bondsreglement bij di Ledenraad aanhangig gemaakt, namelijk: tot vaststelling van het Bedrijfsreglement op de Televisie en van het Bedrijfsbeslu.it in zake Projectiereclameverpachting; tot het uitvaardigen van een verbod aan de leden om films, vervaardigd in Duitsland in het tijdvak van 28 Februari 1933 tot 5 Mei 1945, en films vervaardigd in Oostenrijk in de periode van 12 Maart 1938 tot 5 Mei 1945 te verhuren en/of te vertonen, tenzij door het Hoofdbestuur dispen- 64

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 67