afgelopen jaar aller medewerking ondervonden. De in het Officieel
Orgaan gepubliceerde vergelijkende cijfers van de Paascollecte
wijzen op een terugloop van 13.000,ten aanzien van 1948,
welke, de omstandigheden in aanmerking nemende, slechts gering
is te noemen. De Kerstcollecte gaf vergeleken bij de opbrengst
dezer collecte in het vorig verslagjaar, een verdere terugloop van
ruim 37.000,te zien. Hoewel deze daling op zichzelf weinig
reden tot verheugenis geeft, is zij gelukkig niet zo groot als men
op grond van de terugloop van niet minder dan ƒ100.000,in
1948 mocht verwachten. Men krijgt uit deze cijfers de indruk,
dat de sympathie van de bioscoopbezoekers voor het werk der
Stichting niet verminderd is, maar dat de verminderde koopkracht
zich ook hier heeft laten voelen.
Het Nederlandsche Roode Kruis
Op verzoek van het Hoofdbestuur hebben de leden in het
afgelopen jaar wederom hun medewerking verleend aan de actie.
die het Nederlandsche Roode Kruis voert ter financiering van
de opbouw van een gedecentraliseerd hulpverleningsapparaat,
dat deze instelling in staat zal stellen ingeval van calamiteiten aan
een getroffen bevolking op grote schaal hulp te bieden.
De vertoning van de propagandafilm van het Rode Kruis in
de week van 30 September tot en met 6 October blijkt een stimu
lans te zijn geweest voor de inzameling in de bioscopen, welke
ruim 79.000,heeft opgebracht.
Voor de medewerking, welke de leden-exploitanten en hun
personeel aan deze actie hebben verleend, heeft het Nederlandsche
Roode Kruis zijn erkentelijkheid betuigd.
Marshall Plan
De Nederlandse afdeling van de Economie Cooperation Ad-
ministration (E.CA.) deelde in October mede, dat het hoofd
kwartier in Parijs een tekenfilm met een in het Nederlands ge
sproken tekst had doen vervaardigen, welke film op een popu
laire wijze duidelijk maakt hoe de Europese landen samenwerken
aan het economisch herstel in het kader van het Marshall Plan.
Zij verzocht om vertoningsmogelijkheid in de bioscopen.
Het Hoofdbestuur heeft gemeend aan dit beroep op het Neder
landse film- en bioscoopbedrijf gevolg te moeten geven, zulks
in het belang van een juiste voorlichting betreffende deze, ook
voor Nederland zo belangrijke, materie. Zodra het verneemt,
dat de Nederlandse afdeling van de E.CA. over voldoende
copieën beschikt, zal het zich terzake tot de leden wenden.
73