BEDRIJFSAFDELING
FILMVERHUURDERS
Maximum filmhuur
Screenquotering
87
ÖET was een teleurstelling voor alle leden, die zich met de exploitatie van
-"Amerikaanse films bezighouden, dat het dillarcontingent voer 1949 vermin
derd werd met het bedrag, dat in 1948 extra werd beschikbaar gesteld. De dollar
deviezen waren onvoldoende om alle licentie-verplichtingen ten volle te honoreren
en een deel moest dan ook gestort worden op geblokkeerde guldensrekeningen,
al viel ten slotte het transferpercentage beter uit dan aanvankelijk was verwacht.
Toch heeft de dollarschaarste de zelfstandige filmverhuurders in het verslag
jaar voor problemen geplaatst, die ondanks het gewaardeerde beleid van de
deviezenafdeling van het Bondsbureau, niet opgelost konden worden; te minder
waar de devaluatie menige raming van exploitatie-mogelijkheden op losse
schroeven heeft gezet.
Met de Europese deviezen deden zich gelukkig geen moeilijkheden voor,
zij het met uitzondering van Westelijk Duitsland. De aldaar gekochte films
hopen zich op en kunnen, als gevolg van het uitblijven van een betalingscon
tingent van De Nederlandsche Bank, nog steeds niet in distributie worden
gebracht. Elke insider weet, dat de waarde van de meeste films met het
verstrijken van de tijd vermindert en het uitblijven van het betalingscontingient
voor Westelijk Duitsland berokkent menige filmverhuurder dan ook groot
nadeel.
Hoewel het afdelingsbestuur is blijven ijveren voor het herstel van de
maximum filmhuur van het programma, dat reglementair exclusief journaals
op 35 der netto recette is bepaald en ook het Hoofdbestuur zich op dit
punt niet onbetuigd heeft gelaten, heeft De Nederlandsche Bank haar aan de
deviezen beschikbaarstelling verbonden voorwaarde, dat deze filmhuur maximum
32J^ zal bedragen, gehandhaafd. Nog steeds beschouwen de filmverhuurders
het stellen van deze voorwaarde als een onnodige en onredelijke inmenging
in de interne bedrijfsaangelegenheden. Onnodig, omdat in 1949 het gemiddelde
verhuurpercentage, ook van de Amerikaanse films, aanzienlijk lager dan 32^%
ligt; onredelijk, omdat het overleg tussen filmverhuurders en exploitanten binnen
Bondsverband reeds onmiddellijk na de Bevrijding een genuanceerde minimum-
en maximum-prijsregeling heeft opgeleverd, die aan de behoefte van het bedrijf
beantwoordt.
Het Afdelingsbestuur is voornemens met kracht op het intrekken van de
vorenbedoelde voorwaarde van De Nederlandsche Bank te blijven aandringen.
Dat het bij dit alles de filmverhuurders om het recht en niet om het directe
voordeel gaat, is gebleken in de ledenvergadering van 5 September, toen het
denkbeeld om tot het afschaffen van de maximum filmhuur de nodige stappen
te doen geen instemming vermocht te verwerven.
Toen eind 1948 het aantal der voor de Europese films per bioscoop voor
geschreven weken tot 12 per jaar was verminderd, viel het reeds te verwachten,
dat er van de betekenis der screenquotering niet veel zou overblijven. De
feiten hebben dit bevestigd. Vele bioscopen hebben meer dan het voorgeschreven
aantal Europese films vertoond.
Toch achtte het Bestuur de screenquotering voor een aantal leden van
voldoende betekenis om tijdig tot het Hoofdbestuur het verzoek te richten
bij de Ledenraad een voorstel tot verlenging van het bestaande besluit aan-