Studie over de mogelijkheid van importbeperking
Dagbladadvertenties
Minimum filmhuurbedrag
88
hangig te maken. Het Hoofdbestuur heeft aan dit verzoek gevolg gegeven
en de Ledenraad heeft het voorstel goedgekeurd.
In het verslagjaar is gebleken, dat de commissoriale behandeling van dit
onderwerp weinig vruchtdragend was, voornamelijk als gevolg van het feit.
dat de meeste leden niet bereid bleken te zijn de door de commissie gewenste
gegevens te verschaffen. Het Bestuur besloot na behandeling der uitgebrachte
rapporten de heren C. S. Roem en H. W. Hagenberg te belasten met een
onderzoek naar de mogelijkheid ener importbeperking. Genoemde heren hebben
daartoe met de leden individueel vertrouwelijke gesprekken gevoerd, waaruit
zij een duidelijk inzicht verkregen in de opvattingen der verschillende leden
op dit punt en waarbij zij ook de speciale moeilijkheden, die zich voor ieder lid
weer anders voordoen, nauwkeurig konden peilen.
In hun rapport aan het Bestuur hebben de heren Roem en Hagenberg verslag
van hun bevindingen gedaan en een overzicht gegeven van de mogelijkheden,
die er met betrekking tot een vermindering van het aantal te importeren films
aanwezig zijn. Dit rapport is thans in studie bij het Bestuur, dat eerlang
concrete voorstellen aan de leden zal voorleggen.
In het verslagjaar is er over de advertenties enige wrijving ontstaan tussen
onze afdeling en de drie stedelijke afdelingen van exploitanten. De laatste
namen het standpunt in, dat de kern van haar advertentie-besluiten waarop
de bekende blok-advertenties zijn gebaseerd werd aangetast door de adver
tenties der filmverhuurders, die op Donderdagavond in de Amsterdamse.
Haagse en Rotterdamse dagbladen werden geplaatst. Het Bestuur was van
mening, dat het de filmverhuurders, als zij zelve de advertenties betalen, vrij
staat om die advertenties te plaatsen op de meest effectieve wijze, namelijk
op Donderdag. De eerste bespreking met het Bestuur der Afdeling Amsterdam
leverde geen enkel resultaat op, maar in een conferentie met vertegenwoordigers
der drie exploitantenafdelingien, waarbij ook de Bondsvoorzitter en de Bonds
directeur aanwezig waren, werd overeenstemming bereikt over de benoeming
van een studiecommissie, waarin door onze afdeling werden benoemd de
heren L. L. Lioni. J. L. Paerl i*n J. Weening en docr de drie andere afdelingen
de heren C. Blad, W. F. Dubbeldeman en W. K. G. van Royen. Als voorzitter
werd aangewezen de heer C. S. Roem, als secretaris de heer H. W. Hagenberg.
Deze commissie heeft met grote voortvarendheid gewerkt en kwam weldra
met het advies om in afwachting van concrete voorstellen voorlopig aan de
filmverhuurders het adverteren op Donderdag te verbieden. De ledenvergadering
van 27 December nam het desbetreffend voorstel van het bestuur aan, zij
het dat het verbod beperkt bleef tot de maand Januari 1950.
Reeds in het vorig verslagjaar is melding gemaakt van het verzoek van
het Bestuur, gericht tot het Hoofdbestuur om bij de Ledenraad een voorste!
aanhangig te maken tot aanvulling van artikel 11 van het Aanvullingsreglement
Bondsvoorwaarden met een nieuwe bepaling, luidende: De minimum filmhuur
van een hoofdfilm bedraagt ongeacht het aantal vertoningen per vertonings-
week 25,Het Hoofdbestuur heeft te kennen gegeven de redelijkheid van
het verzoek te erkennen en bereid te zijn het voorstel bij de Ledenraad aan
hangig te maken.
Tot dusver is dat niet geschied, maar men kan ervan verzekerd zijn, dat
het Bestuur ter zake diligent blijft.