In landen waar de televisie zich in vrije concurrentie met film,
pers en radio ontwikkelt en waar de openbare mening een bevoor
rechting door de Overheid van één dezer media ten koste van andere
simpelweg als bevordering van oneerlijke concurrentie en dus als
onbehoorlijk beschouwt, vertoont het televisievraagstuk andere as
pecten dan in landen, waar de televisie met behulp van de staat
gemonopoliseerd is. In deze laatste landen immers dienen die takken
van het culturele bedrijf, die een particulier karakter hebben, te
waken tegen al te ongelijke concurrentie-verhoudingen, welke door
gebrek aan inzicht en feitenkennis van verantwoording dragende
organen van de gemeenschap in het leven zijn of dreigen te worden
geroepen. Maar zowel in deze laatste landen als in eerstbedoelde
zijn de organisaties van het filmbedrijf tot het besef gekomen, dat
de bestudering van het televisievraagstuk en in het bijzonder van
een regeling van de verhouding tussen film en televisie een inter
nationaal overleg nodig maakt. Daartoe heeft de Union Européenne
de 1'Exploitation Cinématografique (Europese Unie van Bioscoop
exploitanten) een begin gemaakt door op 9, 10 en 11 Mei van het
verslagjaar te Parijs een conferentie te beleggen, waaraan door
vertegenwoordigers van de bedrijfsorganisaties uit België, Frank
rijk, Groot-Brittannië. Italië, Luxemburg, Nederland en Zwitserland
werd deelgenomen.
Als resultaat van dit eerste internationale overleg in zake de te
levisie werd door de deelnemende vertegenwoordigers een resolu
tie ondertekend waarin onder meer de producenten, zowel in Euro
pa als in de Verenigde Staten van Amerika, dringend werden ver
zocht geen enkele film te produceren, tenzij de televisierechten
worden verkregen en niet worden afgestaan voor welk televisie
doeleinde ook.
Tijdens het van 4 tot 10 September te Venetië gehouden congres
van de Europese Unie van Bioscoopexploitanten, hetwelk ook door
een waarnemer van de Motion Picture Association of America werd
bijgewoond, is op Nederlands initiatief door de vertegenwoordigin
gen uit de Benelux-landen een motie ingediend strekkende tot be
vestiging van de Parijse resolutie, welke motie door de vergadering
is aanvaard.
Gelijktijdig vergaderde te Venetië de Internationale Federatie van
Verenigingen van Filmproducenten (Fédération Internationale des
Associations de Producteurs de Films), ter voortzetting van haar
in het voorjaar te Madrid gehouden congres. De gelijktijdige bij
eenkomst van beide organisaties had voornamelijk ten doel tot een
accoord te geraken tussen producenten en exploitanten in zake de
mate waarin met de televisie zou kunnen worden samengewerkt
cq. waarop films aan de televisie beschikbaar zouden kunnen wor-
19