medewerkers, de technici en de spelers, uitdrukkelijk worde be paald dat de producent van de film definitief de eigenaar is van het zonder voorbehoud gegeven uitsluitend recht om door alle middelen de door hem gemaakte film per televisie uit te zenden, en wel krachtens het wederom bevestigde principe, dat de tele visie voor de film een met de directe projectie gelijkstaande wijze van openbare vertoning is; 5. dat elk der van de Federatie lid zijnde verenigingen er op aan dringt, dat alleen de productie-ondernemingen, het technisch personeel, de studio's en de cinematographische laboratoria het recht hebben om voor de televisie bestemde films te vervaardigen. Uit de bovenaangehaalde conclusie van het congres der exploi tanten zowel als uit de resolutie der producenten blijkt, dat beider zijds volledige overeenstemming bestaat in zake het in principe ten opzichte van de televisie in te nemen standpunt, hetgeen zeggen wil dat zij geen bevoorrechting wensen van de televisie ten koste van het filmbedrijf door de Overheid; dat zij overleg eisen in zake het gebruik van de film in televisieuitzendingen; dat zij niet zullen toe staan dat voor de televisie films zullen worden geleverd, welke in het filmbedrijf in exploitatie zijn en dat zij het in verband hiermede noodzakelijk achten dat de auteursrechtelijke positie nog eens na drukkelijk wordt bevestigd. Geen overeenstemming werd tot nu toe echter bereikt over de mate waarin voor het filmbedrijf vervaardigde ..uitgerouleerde" films voor televisieuitzendingen ter beschikking zouden kunnen wor den gesteld. Volledigheidshalve dient hier te worden gememoreerd, dat bij het ter perse gaan van dit verslag de zogenaamde „major compa- nies" in de Verenigde Staten van Amerika haar houding ten op zichte van de televisie niet gewijzigd hadden, hetgeen betekent dat zij weigeren haar films voor televisieuitzendingen ter beschikking te stellen. Wel hebben zij gedurende 1950' mede op aandrang van de organisaties der exploitanten een begin gemaakt met het doen uitzenden van zogenaamde trailers door middel van de televisie. Inmiddels was de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio om een offerte verzocht betreffende het gebruik van de Cinetone Studio's te Duivendrecht voor televisie-doeleinden. In ver band hiermede achtte het Hoofdbestuur het noodzakelijk, dat de leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond zich uitspraken in zake het door het bedrijf ten opzichte van de televisie in te nemen stand punt. Het Hoofdbestuur heeft daartoe de leden uitgenodigd tot een buitengewone spoed-ledenvergadering, welke op Maandag 30 Octo- ber te Amsterdam is gehouden. 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 24