steeg, en wel van 9 tot 10; het aantal reisbioscopen verminderde van 21 tot 20 en het aantal filmproductiezaken steeg van 6 tot 7. Uit het vorenstaande overzicht blijkt, dat alle Bondscolleges die sedert 1934 hadden te beslissen over de toelating van de nieuwe zaken, de gezonde ontwikkeling van het bioscoopbedrijf in genen dele hebben geremd, maar wel een ongezonde uitbreiding van zaken, in het bijzonder voor wat de vestiging van nieuwe filmverhuurkan toren aangaat, waarvoor in de loop der jaren heel wat aanvragen werden ingediend, hebben weten te voorkomen. Ook het afgelopen jaar heeft zijn deel bijgedragen aan een rus tige ontwikkeling van het bioscoopbedrijf, welke ongeveer gelijke tred houdt met de bevolkingsaanwas en de sedert 5 Mei 1945 sterk gegroeide belangstelling voor de film. De nieuwe zakencommissies en het Hoofdbestuur gaven toestem ming voor de exploitatie van 21 permanente bioscopen-A en B. Uit het in dit verslag opgenomen overzicht van het aantal zaken sedert 1 Januari 1948 tot en met 1 Januari 1951 is verder duidelijk merkbaar, dat de normale verhoudingen in ons bedrijf terugkeren. Het aantal bioscopen dat als gevolg van beheerskwesties, etc. na de Bevrijding op de Lijst van Geen Bezwaar was geplaatst, ver minderde tot drie; het aantal als verwoest geboekte zaken werd kleiner, door definitieve vervanging of wederopbouw en het aantal nog niet in bedrijf gestelde bioscopen verminderde eveneens. Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over „nieuwe zaken' worden daarmede bedoeld de bioscopen, die voordien niet be stonden. In een aantal plaatsen zijn evenwel bovendien enige oude bioscopen gesloopt en opnieuw gebouwd, respectievelijk zodanig gerestaureerd, dat zij een volledige metamorphose ondergingen. Zo dit dan al geen nieuwe zaken zijn geworden in de zin van dit verslag dan mag toch wel gesproken worden van „vernieuwde zaken" en een woord van waardering voor alle ondernemers, die in het afgelopen jaar en ook daarvoor het aandurfden om, ondanks bouwmoeilijkheden, belastingdruk en teruggang der recettes hun bestaande zaken aan te passen aan de eisen des tijds, dient ditmaal op deze plaats niet te ontbreken. Zij gaven er blijk van te begrijpen, dat de accomodatie van hun bedrijfspanden op peil moet blijven wil het mogelijk zijn om de rentabiliteit van hun zaken te handhaven, dan wel te verbeteren. In het jaar 1950 werden door de Commissie Nieuwe Zaken zes zittingen gehouden, waarin veertien aanvragen werden behandeld tegen negentien in 1949. Op dertien aanvragen werd een beslissing genomen; de beslis sing op de veertiende moest worden aangehouden. De Commissie gaf toestemming voor vijf permanente bioscopen- A en één filmfabriek. 4S

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 51