Straffen
Filmverzekering
heeft het Hoofdbestuur aan het Ministerie van Economische Zaken
echter medegedeeld, dat het de overtuiging is toegedaan, dat dit
besluit niet valt onder de in het Kartelbesluit omschreven verplich
ting tot aanmelding en het derhalve weigert deze aanmelding te
doen.
In een tweetal gevallen zag het Hoofdbestuur zich genoodzaakt
een der in artikel 15 der Statuten vermelde straffen toe te passen.
Wegens het in strijd met de artikelen 8 en 9 van de Bondsvoor-
waarden, alsmede met artikel 3D en E sub 3 van het Reglement
Recette-Controle, afrekenen van vrijkaarten ter waarde van
f 0,30, welke tegen betaling van f 0,90 aan de bezoekers als toe
gangsbewijs waren verstrekt, werd aan een lid een boete van
f5.000,— opgelegd.
Aan een ander lid werd een boete van f 1.000,opgelegd omdat
hij gedurende een bepaald tijdvak onjuist had afgerekend aan de
verhuurders de auteursprijzen over de recettes, respectievelijk aan
de Bond de over de recettes verschuldigde contributie.
Reeds in het vorig jaarverslag is de vraag gesteld of er geen
mogelijkheid zou zijn de verzekeringspremie omlaag te brengen
door de filmvoorraad die steeds grotere omvang aanneemt te ver
minderen resp. te bepalen dat materiaal dat bijvoorbeeld langer
dan twee jaren in de kluizen aanwezig is, niet meer onder de ver
zekering valt.
In dit verslagjaar is in deze richting doorgewerkt, waar echter
tegenover kwam te staan dat het, gezien de stijging van de ma-
teriaalprijzen en de bewerkingskosten, noodzakelijk werd de vast
gestelde maximumvergoedingen van resp. f 0,75 per meter voor
zwart-wit materiaal en f 1per meter voor kleurenfilm te ver
hogen, omdat in geval van schade de vervangingskosten door deze
maxima niet meer konden worden gedekt.
Daar dit laatste uiteraard tot premieverhoging zou moeten leiden
werd het des te meer noodzakelijk middelen te zoeken om het pre
miebedrag anderszins te verlagen en wel dusdanig dat tenminste
de verhoging aan de ene kant door een verlaging aan de andere
kant zou worden gecompenseerd.
Na overleg met de verzekeringsmaatschappij werd om dit doel
te bereiken bij het Hoofdbestuur het voorstel ingediend om ener
zijds de films die, gerekend vanaf de première-datum in Nederland,
langer dan drie jaren in de kluizen aanwezig zijn, niet meer onder
de brandverzekering te laten vallen, en anderszins de maximum
60