BUITENLANDSE BETREKKINGEN TN steeds sterkere mate is gedurende de laatste jaren in het film- ■'■bedrijf het besef gegroeid, dat tal yan dringende vraagstukken slechts een oplossing kunnen vinden door internationaal overleg. Een eerste schrede op de weg tot samenwerking was het in de zomer van 1947 te Brussel genomen besluit tot de oprichting van de Union Européenne de 1'Exploitation Cinématographique (Europese Unie van Bioscoopexploitanten), welke oprichting tijdens het van 4 tot 10 September 1950 te Venetië gehouden congres haar beslag kreeg. Het televisievraagstuk was het onderwerp van een eerste confe rentie dezer organisatie. Deze bijeenkomst vond plaats op 9, 10 en 11 Mei van het verslagjaar te Parijs en werd bijgewoond door dele gaties uit België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Luxemburg, Nederland en Zwitserland. Het Hoofdbestuur werd op deze con ferentie vertegenwoordigd door zijn Voorzitter, de heer M. P. M. Vermin, de heer R. Uges Jr. en de Bondsdirecteur. Ten vervolge op deze conferentie heeft de Europese Unie van Bioscoopexploitanten van 4 tot en met 10 September te Venetië een congres gehouden waarbij het Hoofdbestuur vertegenwoordigd was door de heer R. Uges Jr. en de Bondsdirecteur. De zittingen van dit congres werden tevens bijgewoond door een waarnemer van de Motion Picture Association of America. Tegelijkertijd is aldaar een congres gehouden van de Fédération Internationale des Associat.ions de Producteurs de Film (Interna tionale Federatie van Verenigingen van Filmproducenten), dat door- de heer C. S. Roem als vertegenwoordiger van het Hoofdbestuur werd bijgewoond. Tijdens deze internationale bijeenkomsten, waarover elders in dit verslag mededeling wordt gedaan, werden de contacten met de bui tenlandse organisaties verstevigd en hadden de vertegenwoordigers der deelnemende landen gelegenheid hun ervaringen uit te wisselen. 69

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 76