LEDENRAAD 71 TN de eerste vergadering van de Ledenraad in 1950, gehouden op 25 April, is behandeld het voorstel van het Hoofdbestuur tot het uitvaardigen van een Overgangsbesluit in zake het tijdelijk staken van bijschrijving in en wijziging van het Bedrijfsregister. In de toelichting op dit voorstel is er op gewezen, dat er zich in het bedrijf een ontwikkeling voordoet, die vrees, althans onrust, bij vele kringen verwekt. Van verschillende zijden was er op het Hoofdbestuur aandrang uit geoefend om voorzieningen te treffen, ten einde voortschrijding tegen te gaan van de concentraties, welke naar veler mening het normale zakendoen ten zeerste bemoeilijken. Het Hoofdbestuur nam daarbij het standpunt in, dat er aan deze problemen zoveel aspecten verbonden zijn, dat het niet mogelijk was met één slag gedetailleerde voorstellen te doen, die met alle wensen en verlangens rekening houden. Handhaving van de status quo was het oogmerk van het nieuwe voorstel. Bij de uitvoerige discussies verklaarden vele leden van de Ledenraad zich met het voorstel te kunnen ver enigen. Andere leden hadden daarentegen grote bezwaren, hierop neerkomende, dat het Overgangsbesluit een te grote macht in handen van het Hoofdbestuur leqt, dat het gevaar bestaat, dat het Over- qangsbesluit langer van kracht zal blijven dan is voorgesteld, dat het algemeen belang er niet mede gediend is, dat het gehele bedrijf verkaveld wordt in een groot aantal kleine ondernemingen en dat men krachtige ondernemingen doet verdwijnen en tenslotte, dat het Hoofdbestuur ook zonder een tijdelijke bevriezing van het gehele bedrijf tot een voorstel tot reglementering van het concernwezen kan komen. Deze bezwaren achtten vele leden ongegrond. Zij hebben er op gewezen, dat het Hoofdbestuur door het Overgangsbesluit geen grotere bevoeqdheden krijgt dan ingevolge het Algemeen Bedrijfs- "eqlement reeds aan het Hoofdbestuur zijn verleend en dat inqevolqe dit reglement van alle beslissingen van het Hoofdbestuur betreffende inschrijvingen en wijzigingen van het Bedrijfsregister en dus ook van afwijzende beslissingen beroep bij de Ledenraad openstaat. Voorts is door de Voorzitter de verzekering gegeven, dat het Hoofd bestuur tiidiq met een voorstel voor een nieuwe reqlementering zal komen. Hij heeft daaraan toeqevoeqd, dat het Hoofdbestuur ten volle de waarde van grote en krachtige ondernemingen voor het gehele bedrijf erkent en dat het slechts naar een reglementering van het concernwezen streeft. Alle leden van de Ledenraad aaven hierna in beqinsel als hun mening te kennen, dat er voorstellen dienen te worden ontworpen tot het stellen van regelen met betrekking tot de vorming van con cerns en trusts. Nadat enige amendementen onder andere betreffen-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 78