106
register had het Bestuur der Afdeling het Hoofdbestuur tevoren geadviseerd dit
verzoek in te willigen.
De heer H. S. Boekman, voormalig exploitant van het Odeon Theater, ver
viel van het lidmaatschap der Afdeling. Hetzelfde was het geval met de CV,
Hollandia, welker beherend vennoot, de heer Ph. v. d. Paverd, emigreerde.
De door de Commissie Beroep Nieuwe Zaken in 1950 aan de heer A. B. M.
van Royen verleende toestemming voor de exploitatie van een nieuwe permanente
bioscoop in Theater, De Ia Mar verviel, omdat blijkbaar niet kon worden vol'
daan aan de gestelde conditie, dat de bioscoop uiterlijk per 1 September in
bedrijf moest zijn gesteld (de aanvankelijk vastgestelde termijn was inmiddels
reeds twee maal verlengd).
Op 31 December 1951 waren er in Amsterdam 38 bioscopen gevestigd, welke
geëxploiteerd werden door 26 leden.
Wij besluiten dit verslag met de vermelding van enige jubilea.
De vice-voorzitter de heer A. P. du Mee bereikte op 5 Juni 1951 zijn 70e
verjaardag en herdacht tevens het 30-jarig bestaan van zijn Rialto Theater. Dil
dubbele feest werd gevierd met een gala-voorstelling, waarbij de jubilaris door
tal van autoriteiten, onder wie de Burgemeester van Amsterdam, Mr. A. J.
d'Ailly, werd gecomplimenteerd en zijn verdiensten werden geschetst. De voor
zitter van de Afdeling Amsterdam huldigde bij die gelegenheid namens het
bestuur en de leden der Afdeling de jubilaris om zijn verdiensten en kwaliteiten.
Het Tuschinski Theater heidacht op 30 October eveneens zijn 30-jarig be
staan. In een voortreffelijk georganiseerde gala-voorstelling werd de betekenis
geschetst van de oprichter van een der eerste moderne bioscooppaleizen, wijlen
de heer Abraham Tuschinski. Vanzelfsprekend complimenteerde ook het bestuur
der Afdeling Amsterdam de directie van Tuschinski, welke nog altijd een der
best geoutilleerde en weelderigst ingerichte tempels der tiende Muze is, niet
alleen in ons land, maar ook daarbuiten.
Amsterdam, 6 Maart 1952. J. VAN DER HORST,
Secretaris.