123 betrekkelijk kleine aantal examinandi is verklaarbaar indien men weet, dat geen enkele van de op het tijdstp van het examen lopende cursussen geheel was vol tooid. Door de reeds in begin 1950 tot stand gekomen wijziging in de opzet en de indeling van de cursus, waarmede de toevoeging van het zogenaamde voor bereidende gedeelte gepaard ging, was de duur daarvan namelijk verlengd van \l/2 jaar tot ruim 2 jaar. De deelnemers aan het examen bestonden dan ook voor een goed deel uit hen die reeds aan vorige examens hadden deelgenomen of wel een van de oudere cursussen hadden gevolgd. Van bovengenoemde 56 candidaten verschenen er 53 op het schriftelijke examen, dat op 24 en 25 Juli 1951 in het gebouw De Kroon aan het Rembrandtsplein te Amsterdam werd afgenomen. Twaalf candidaten kregen voor het ingeleverde schriftelijke werk dusdanige slechte cijfers dat het bestuur daarin aanleiding zag hen te berichten dat deelneming aan het mondelinge examen weinig zin zou hebben. Hun werd aangeraden zich, mits beter voorbereid, voor het volgende examen aan te mel den. Aan vier andere candidaten kon daarentegen worden medegedeeld, dat hun op grond van zeer goede cijfers die voor de theoretische vakken waren behaald vrijstelling was verleend voor het mondelinge examen in deze vakken. Het mondelinge examen vond plaats op 28 en 29 Augustus in het Parkhotel te Amsterdam voor wat de theoretische vakken betreft en in de cabines van de Amsterdamse bioscopen Alhambra, City en Hallen, die daartoe welwillend door de onderscheidene directies ter beschikking werden gesteld. In deze bioscopen, alsmede in de showroom en de cabine van het Bondsbureau werd geëxamineerd- in de vakken practijk en brandveiligheidsvoorschriften. Aan het mondelinge examen werd deelgenomen door 44 candidaten, waarvan er ten slotte 19 zijn geslaagd, 13 werden afgewezen en 10 in de gelegenheid gesteld om in December 1951 in een of enkele vakken een herexamen af te leggen. Bovendien waren twee deelnemers aan het mondelinge examen door bij zondere omstandigheden niet in staat geweest het schriftelijke gedeelte af te leggen en op grond van de mondeling behaalde cijfers werden zij bij wijze van uitzondering in de gelegenheid gesteld in December alsnog schriftelijk examen te doen. Van het totaal aantal candidaten dat aan het examen heeft deelgenomen, zijnde 55, werden er 23 afgewezen. Bij het mondelinge examen werd ditmaal een ontstellend tekort aan parate kennis geconstateerd, hetgeen voor een groot deel geweten moet worden aan een gebrek aan interesse voor het vak. Reeds na het schriftelijke examen werd van verschillende kanten de klacht gehoord, dat het examen dit jaar bijzonder moeilijk zou zijn geweest. Deze klacht moet echter als zijnde ongegrond van de hand worden gewezen. De onjuistheid hiervan blijkt bovendien duidelijk uit het feit, dat een aantal leerling-operateurs, dat voor het eerst aan het examen deelnam en nog slechts betrekkelijk korte tijd in het bedrijf werkzaam is, maar kennelijk de operateurscursus met de nodige ernst had bestudeerd, zonder moeite met over het algemeen zeer behoorlijke cijfers slaagde. Daar staat tegenover dat er andere candidaten waren die ook reeds het vorige jaar werden afgewezen en thans wederom over de gehele linie slechte of zeer matige cijfers verkregen. In die gevallen bleek als regel dat de candidaten in het afgelopen jaar niet de minste moeite hadden gedaan om de leerstof onder de knie te krijgen. Zelfs kwam het bij deze candidaten voor dat vragen, die op het schriftelijke examen waren gesteld en op het mondeling examen werden herhaald, niet konden worden beantwoord. Het in verhouding grote aantal van deze zeer zwakke broeders leidt er on vermijdelijk toe dat het examenpeil als geheel wordt verlaagd en dit vormde tijdens de na afloop van het mondelinge examen gehouden gedachtenwisseling tussen de leden der examencommissie een punt van bespreking. De vraag rees daarbij of het niet tijd werd de op de examens te stellen eisen in de toekomst te gaan opvoeren tot het peil van de schriftelijke cursus. De eisen die dit jaar mondeling werden gesteld lagen naar de mening van de diverse examinatoren

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 125