32
Het risico-element is hier ten gevolge van de abnormale belasting
van het filmbedrijf zeer groot. Meer dan voor een der andere takken
van het filmproductie- en film verhuurbedrijfdienen voor de jeugd
films internationale overeenkomsten te ontstaan, waarbij door spe
ciale regelingen in zake invoerrechten, vertoningsrechten, belasting
vrije vertoning en dergelijke een behoorlijk roulement mogelijk
wordt. Indien deze condities haar beslag krijgen, zal ook het tijdens
de „Internationale Studiedagen voor de Jeugdfilm" in Augustus
1951 te Venetië ter tafel gebrachte plan voor een internationale
pool ooor jeugdfilms voor verwezenlijking vatbaar worden.
Tijdens het verslagjaar werd door de Wetenschappelijke Advies-
Commissie van het Instituut Film en Jeugd verslag uitgebracht over
de stand der onderzoekingen welke in opdracht van het Instituut
worden ondernomen. Met betrekking tot het sociologisch onderzoek
dat door het „Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse
Volk" onder leiding van Prof. Dr. Sj. Groenman, hoogleraar te
Utrecht, wordt ingesteld, is medegedeeld, dat gegevens over het
bioscoopbezoek van duizenden jongeren uit uiteenlopende soorten
van gemeenten, landstreek, milieu, gezindheid en leeftijd zijn ver
zameld, die moeten worden verwerkt. Anderzijds heeft Prof. Dr
T. T. ten Have, hoogleraar in de psychologie te Amsterdam, die
met een aantal studenten een deel van de geprojecteerde sociaal'
en individueet-psychologische onderzoekingen naar de reacties van
jeugdigen op films op zich heeft genomen, zich tot dusver bezig ge
houden met aan de hand van1 de vertoning van een drietal uiteen
lopende films voor gedifferentieerde kleine gezelschappen van Mid
delbare scholieren een beeld te verkrijgen van de psychologische
ervaringen en effecten. Met groepen van niet-schoolgaande jon
geren is op dezelfde wijze te werk gegaan.
De resultaten van deze onderzoekingen, zullen binnen afzienbare
tijd gepubliceerd worden.
Het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf heeft bij deze onder
zoekingen, waar mogelijk, gaarne zijn medewerking verleend. Hel
heeft zulks gedaan op grond van de overtuiging, dat wetenschap
pelijk verantwoorde onderzoekingen mogelijk een waardevolle bij
drage kunnen leveren bij het beantwoorden van de steeds herhaalde
vraag: „Wat willen onze jongere bioscoopbezoekers het liefst zien
en hoe kan aan deze wensen op de meest verantwoorde wijze tege
moet worden gekomen?".
In het Bestuur der Stichting heeft de Directeur van de Bond
zitting.